7. Controle en onderhoud
7.3
Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
70
OPGELET
Vervang bij inspectie- of onderhoudwerkzaamheden altijd
alle pakkingen bij de gedemonteerde onderdelen.
Controleer vóór de werkzaamheden of de ketel is
aangepast voor één van de volgende situaties:
G20 (H-gas) of G31 (Propaan)
4
Hogedruksysteem
4
WTW-koppeling
4
CLV-overdruk
4
Zie de sticker die bovenop de ketel naast de typeplaat zit.
7.3.1.
Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Bij een waterdruk
lager dan 0,8 bar zal symbool e verschijnen.
Indien nodig: vul de CV-installatie bij (geadviseerde
waterdruk tussen 1,5 en 2 bar).
7.3.2.
Controle van de ionisatiestroom
Controleer de ionisatiestroom in vollast en laaglast. De waarde is na
1 minuut stabiel. Is de waarde lager dan 3 µA, vervang dan de
ontstekingselektrode.
¼ Zie hoofdstuk: "Uitlezen diverse actuele waarden", pagina
56.
7.3.3.
Controle van de tapcapaciteit
Is de tapcapaciteit van de ketel merkbaar minder (temperatuur is
onvoldoende en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de
platenwarmtewisselaar (ww-zijdig).
¼ Zie hoofdstuk: "Reiniging van de platenwarmtewisselaar",
pagina 76
Calenta 25L
260411 - 119288-AI