8 Verbrandingswaarden
In principe is het niet nodig om de gasklep bij
ingebruikname van de luchtverwarmer in te stellen.
Wanneer het de gasklep na een periode van gebruik
opnieuw moet worden afgesteld, moet dit worden gedaan
door een gekwalificeerd persoon die gekalibreerde
apparatuur.
GEVAAR!
Een slechte afstelling kan leiden tot
oververhitting van de luchtverwarmer en / of productie van
giftig koolmonoxide.
8.1 De branderinstellingen
aanpassen
De gasstroom naar de brander wordt geregeld met
een gasklep. De klep moet op een hoge en een lage
branderdruk worden ingesteld. Om de branderdrukken
aan te passen, doet u het volgende:
1. Zoek de juiste branderdruk op (zie §3.2).
2. Verwijder het plastic kapje van de gasklep. Gebruik
een (kleine) schroevendraaier.
3. Schakel de luchtverwarmer in maximum vermogen
(zie §6.1).
4. Stel de branderdruk voor de hoogstand in door
de aan de buitenzijde van de zeskantschroef te
draaien. Gebruik een sleutel van 10 mm.
5. Zet de luchtverwarmer op laag vermogen.
6. Stel de branderdruk op laagstand in door aan
het schroefje binnen in de stelschroef te draaien.
Gebruik een schroevendraaier.
LET OP
Stel de branderdruk niet lager dan 3 mbar in. Dit
voorkomt problemen met het overlopen van de brander.
LET OP
Omdat de hoge en lage branderdrukken elkaar
beïnvloeden, moet u de beide branderdrukken na elke
aanpassing ten minste twee keer controleren.
Inlet
Low setting
Figuur 21 - Hoofdonderdelen van de gasklep TR10
- TR50
24
Figuur 22 - Hoofdonderdelen van de TR60
- TR125-gasklep
GEVAAR!
luchtverwarmer. Te veel CO betekent meestal dat het
gasmengsel te rijk is. Pas dit indien nodig aan met de
gasklep (figuur 21/22/23).
De TR125 en TR150 zijn beide uitgerust met twee
gaskleppen. Het instellen van de hoge en lage branderdruk
is vergelijkbaar met die van de andere modellen:
Burner
High/Low
Figuur 23 - Hoofdonderdelen van de gaskleppen TR125
en TR150
High setting
Low setting
Inlet
Burner
Meet altijd de CO-productie van de
1. Meet en stel de branderdrukken voor hoog en laag
vermogen af op elke afzonderlijke gasklep.
2. Controleer na het instellen van de branderdruk de
branderdruk op elk gasblok.
Low setting
Inlet
High setting
High/Low
High setting
High/Low
Burner