Inhoudsopgave
Advertenties
uuInstellingen voor displaymodusuOmschakelen displaymodus
Omschakelen displaymodus
Verlichtingsregeling
Displaymodus (
)
Zonlichtsensor (zie de
gebruikershandleiding voor
de locatie)
Helderheid van content op
de interface voor
bestuurdersinformatie (zie de
gebruikershandleiding)
Koplampen (Automatisch/
Aan/Uit)
32
Past de helderheid van het scherm aan als de gebruiker de helderheid van het display tijdelijk wil wijzigen.
Onthoud: Displaymodus (
ingesteld door de zonlichtsensor of handmatig via het scherm Systeeminstellingen.
Als de zonlichtsensor daglicht detecteert en de koplampen branden, overschrijft het systeem automatisch de
nachtweergave en schakelt over naar de dagweergave.
Onthoud: Gebruik desgewenst de Displaymodus (
Als de koplampen branden en u gebruik wilt maken van de dagmodus, stelt u de verlichting in op volle helderheid.
Onthoud: Stel de helderheid van het dashboard weer in op het gemiddelde om automatisch omschakelen via de
koplampen mogelijk te maken.
Wanneer dit is ingeschakeld, schakelt het display om naar de nachtmodus.
De drie hierboven vermelde instellingen kunnen deze functie annuleren.
Onthoud: Gebruik Displaymodus (
Werking
) overschrijft alle andere helderheidsinstellingen voor het scherm die automatisch zijn
) om de helderheid van het display aan te passen.
) om de helderheid van het display af te stellen.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
