Opmerking:
De onderstaande informatie is alleen bedoeld als
richtlijn om u te helpen uw product te beschermen.
Het heeft betrekking op de meest voorkomende
voedingsscenario's op schepen, maar NIET op
alle scenario's. Als u niet zeker weet hoe u de
juiste beveiliging kunt aanbrengen, kunt u advies
inwinnen bij een geautoriseerde Raymarine-dealer
of een voldoende gekwalificeerde professionele
maritieme elektricien.
Implementatie — directe aansluiting op de accu
• SeaTalkng®-voedingskabels kunnen direct op
de accu van het schip worden aangesloten, via
een zekering of stroomonderbreker met de juiste
waarde.
• U MOET een zekering of stroomonderbreker met
de juiste waarde aanbrengen tussen de rode
draad en de positieve pool van de accu.
• Raadpleeg de waarden voor inline-zekeringen in
de documentatie van het product.
• Als u de voedingskabel moet verlengen, zorg er
dan voor dat u een kabel gebruikt met de juiste
waarden en dat voldoende voeding (12 VDC)
beschikbaar is op de voedingsaansluiting van de
SeaTalkng®-backbone.
A
Aansluiten accu scenario A: geschikt voor een schip
met een gemeenschappelijk RF-aardingspunt. Als uw
product in dit scenario is geleverd met een afzonderlijke
aardingsdraad, dan dient deze te worden verbonden met
het gemeenschappelijke aardingspunt van het schip.
B
Aansluiten accu scenario B: geschikt voor een schip
zonder een gemeenschappelijk aardingspunt. Als uw
product in dit geval is geleverd met een afzonderlijke
aardingsdraad, dan dient deze direct te worden
verbonden met de negatieve pool van de accu.
Implementatie — aansluiting op distributiepaneel
20
• Als alternatief kan de meegeleverde
Seatalkng®-voedingskabel worden verbonden met
een geschikte stroomonderbreker of schakelaar
op het distributiepaneel of voedingsdistributiepunt
van het schip.
• Het distributiepunt dient te worden gevoed vanaf
de primaire voedingsbron van het schip met een 8
AWG (8,36 mm
2
) kabel.
• In het ideale geval dient alle apparatuur
te worden verbonden via afzonderlijke
thermische stroomonderbrekers of zekeringen
met de juiste waarde en de passende
stroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijk
is en een stroomonderbreker wordt gedeeld door
meerdere apparaten, gebruikt u afzonderlijke
inline-zekeringen voor iedere stroomkring om te
zorgen voor de benodigde beveiliging.
• U dient altijd de aanbevolen waarden
voor stroomonderbrekers/zekeringen in de
productdocumentatie in acht te nemen.
• Als u de voedingskabel moet verlengen, zorg er
dan voor dat u een kabel gebruikt met de juiste
waarden en dat voldoende voeding (12 VDC)
beschikbaar is op de voedingsaansluiting van de
SeaTalkng®-backbone.
Belangrijk:
Houdt u er rekening mee dat de juiste waarde voor
de thermische stroomonderbreker afhankelijk is
van het aantal apparaten dat u aansluit.
Meer informatie
Aanbevolen wordt de 'best practice' in acht te nemen
voor alle elektrische installaties op schepen, zoals
vermeld in de volgende normen:
• BMEA Gedragscode voor elektrische en
elektronische installaties op schepen
• NMEA 0400 Installatienorm
• ABYC E-11 AC & DC Elektrische systemen op
schepen
• ABYC A-31 Acculaders en omvormers
• ABYC TE-4 Beveiliging tegen onweer