Menu 5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
verschil bijverw.stappen
Instelbereik: 0 – 1000 GM
Standaardwaarde: 100 GM
max. stap
Instelbereik
(binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik
(binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Standaardwaarde: 3
binaire stap
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Stel hier de stapgeregelde bijverwarming in. Een stap-
geregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrische
ketel.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer
de bijverwarming moet starten, om het max. aantal
toegestane stappen in te stellen en in te stellen of bi-
naire stappen wel of niet moeten worden gebruikt.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben de
instellingen betrekking op lineaire stappen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.8 - warmtapwatercomfort
activeren van mengklep
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
uitgaand warmtapwater
Instelbereik: 40 - 65 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-
fort.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
NIBE™ F1255PC
activeren van mengklep: Hier activeert u of er een
mengklep is geïnstalleerd voor het beperken van de
temperatuur voor warmtapwater vanuit de boiler.
Als dit alternatief geactiveerd is, kunt u de uitgaande
warmtapwatertemperatuur, shuntversterking en
shuntwachttijd instellen voor de mengklep.
uitgaand warmtapwater: Hier kunt u de temperatuur
instellen waarbij de mengklep warmtapwater vanuit
de boiler moet beperken.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.11 - modbus
adres
Fabrieksinstelling: adres 1
Vanaf Modbus 40 versie 10 kan het adres worden inge-
steld tussen 1 - 247. Eerdere versies hebben een statisch
adres.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de
klemmenstrook (X6) de externe contactfunctie (zie in-
stallatiehandleiding) moet worden aangesloten.
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang van de in-
gangsprintplaat (AA3) de externe contactfunctie (pa-
gina 25) moet worden aangesloten.
Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5
(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprint-
plaat).
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker)
naar standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de
warmtepomp en eventueel aangesloten accessoires
regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 31 voor meer informatie over de startgids.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
49