Installatie
1
1
2
1.
Het gebruik en de inbouwpositie van de KOSTAL Smart Energy Meter (KSEM) moeten
in de KOSTAL PIKO CI-app bij de Masteromvormer worden ingesteld.
Dit kan worden ingesteld onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermo-
gensaanpassing/-regeling > Energiebeheer > Functie vermogensbegrenzing >
KSEM en
Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > Ener-
giebeheer > Sensorpositie > Netaansluitpunt (standaardwaarde).
2.
Een vermogensbegrenzing van de teruglevering aan het net (bijv. tot 70%) moet bij de
masteromvormer in watt worden ingevoerd.
Dit kan worden ingesteld onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermo-
gensaanpassing/-regeling > Energiebeheer > Beperking van het actief vermo-
gen tot (W).
INFO
Als de vermogensbegrenzing wordt uitgevoerd in combinatie met de KOSTAL Smart
Energy Meter, is vermogensbegrenzing via een rimpelspanningontvanger (RSE) niet mo-
gelijk en moet deze worden gedeactiveerd.
3.
De omvormer waarop de KOSTAL Smart Energy Meter is aangesloten, moet als mas-
ter worden geconfigureerd.
Dit kan onder Instellingen > Communicatie-instellingen > Master/slave-instellin-
gen > Master RS485 worden geselecteerd.
4.
Bij de Masteromvormer die op de RS485-communicatiekabel is aangesloten, moet
de RS485-afsluiting in de KOSTAL PIKO CI-app op ON worden gezet.
Dit kan onder Instellingen > Communicatie-instellingen > RS485 instellingen >
Afsluitweerstand worden uitgevoerd.
5.
Alle andere omvormers die via LAN met de masteromvormer verbonden zijn, moeten
als Slave worden geconfigureerd. De volgende standaardinstellingen moeten worden
gecontroleerd bij alle slave-omvormers:
Master/slave-instellingen: Slave
Functie Vermogensbegrenzing: gedeactiveerd
Sensorpositie: Netaansluitpunt
Rimpelspanningontvanger activeren: UIT
✔
Omvormer aangesloten op de KOSTAL Smart Energy Meter.
© 2022 KOSTAL Solar Electric GmbH
3
4
5
6
7
8
9
10
60