7.7 Manueel optellen
Met deze functie worden de afzonderlijke weegwaarden aan het somgeheugen
toegevoegd door de toets
• Instellingen van het menu:
„F5 Prt" „P prt", zie hoofdstuk 8.2;
„P4 CHk" „mode 1", zie hoofdstuk 11.4.
• De optelfunctie is niet actief indien het gewicht minder dan 20 d bedraagt.
Optellen:
Het gewogen materiaal A opleggen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding
drukken. De gewichtswaarde wordt gememoriseerd.
Gewogen materiaal afnemen. Het volgende weegmateriaal kan pas worden
toegevoegd als de aanduiding ≤ nul bedraagt.
Het gewogen materiaal B opleggen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets
drukken. De gewichtswaarde wordt aan het optelgeheugen toegevoegd. Het
aantal wegingen en het totale gewicht worden 2 s lang achter elkaar afgelezen.
Indien nodig het volgende gewogen materiaal zoals bovenbeschreven optellen.
Tussen de afzonderlijke wegingen het weegsysteem ontlasten.
Deze procedure kan 99 keer worden herhaald of totdat het weegbereik (Max.)
van het weegsysteem is opgebruikt.
De gememoriseerde weeggegevens aflezen:
Het aantal wegingen en het totale gewicht worden 2 s lang achter elkaar
afgelezen nadat de toets
KFE-TNM-BA_IA-nl-1610
te drukken.
STABLE
wordt gedrukt.
verschijnt, vervolgens de toets
22