Inhoudsopgave
Advertenties
8.3 I Effecten van de stabilisator op chloor en redox
Een zwembad heeft idealiter een stabilisatiegehalte van 30 ppm en een pH van 7,4.
1 ppm vrij chloor = 700 mV
De gebruiker kan dan ook zijn behoefte aan chloor instellen op 700 mV om een gehalte van 1 ppm
in het zwembad te hebben.
Als het stabilisatiegehalte 90 ppm wordt, zal de Redox-waarde onjuist zijn.
1 ppm vrij chloor = 500 mV
Als de gebruiker het referentiepunt op 700 mV houdt, zal hij uiteindelijk een chloorconcentratie van 5 ppm verkrijgen!
* Theoretische waarden voor toelichting. De daadwerkelijke waarden kunnen
enigszins variëren aan de hand van het in het zwembad gebruikte soort water.
8.4 I HELP-menu
Het apparaat rapporteert automatisch problemen via informatieve berichten. Om u te helpen bij het begrijpen van
deze foutmeldingen is het toestel uitgevoerd met een diagnosemenu, dat de betekenis en de uit te voeren handelingen
aangeeft om een probleem op te lossen.
• Druk op
en navigeer door het menu met de knoppen
• Selecteer het foutbericht met behulp van de knoppen
• Het scherm bladert automatisch door een aantal voorgestelde oplossingen om uitleg te geven. Als het
automatisch scrollen is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar het diagnosemenu.
• Druk op
om te verlaten.
56
Variatie van de Redox-meting afhankelijk van het
concentratiepercentage van de stabilisator (pH 7,4, 25°C)*.
REDOX-meting (MV)
Stabilisatiegehalte
van 90 ppm
Stabilisatiegehalte
van 30 ppm
Referentiepunt
. Druk op
om te valideren.
. Druk op
om te valideren.
Advertenties
Inhoudsopgave
