Het gewenste referentiepunt instellen:
Zorg ervoor dat u het referentiepunt zo hoog mogelijk hebt ingesteld op het verwarmingssysteem.
Stel het gewenste referentiepunt voor de watertemperatuur in. Standaard is de waarde 28ºC. Regelbaar van 15 tot
32ºC. In dit geval is het de temperatuursensor van het elektrolysetoestel dat de watertemperatuur meet.
• Druk op
. Navigeer door het menu met behulp van de knoppen
bevestigen.
• Afhankelijk van het verwarmingssysteem (bijvoorbeeld een warmtepomp), kan er een vertraging van
enkele minuten optreden tussen het moment waarop het elektrolysetoestel het AUX2-contact sluit om de
verwarming en koeling te activeren, en het effectief starten van het verwarmingssysteem (compressor van
de warmtepomp).
• Het elektrolysetoestel geeft de gemeten watertemperatuur weer:
De watertemperatuur wordt gemeten door de watertemperatuursensor van het elektrolysetoestel:
- Als de gemeten watertemperatuur lager is dan het referentiepunt -1 °C (bijvoorbeeld 28°C -1°C
= 27°C), wordt het relais gesloten om het verwarmingssysteem te activeren.
- Als de gemeten watertemperatuur gelijk is aan of hoger is dan het referentiepunt +1°C (bijv.
28°C +1°C = 29°C), dan staat het relais open om het verwarmingssysteem te deactiveren.
verwarming gestopt
. Druk op
verwarming in bedrijf
NL
om te
37