Uitbreidingsfuncties groep B "fijnafstelling"
B012 Inschakelniveau elektronisch thermisch relais
Het inschakelniveau van het elektronisch thermisch relais is instelbaar tussen 20 en
100 % van de nominale regelaarstroom. De instelling zelf geschiedt in ampères. Is
de nominale motorstroom bijvoorbeeld 6,2 A dan moet B12 eveneens op 6,2 A
worden ingesteld.
fabrieksinstelling 100%.
B013 Karakteristiek elektronisch thermisch relais
00 – een motor met eigen koeling (standaard)
01 – een motor met onafhankelijk aangedreven koelluchtventilator
02 – een motor met eigen koeling (standaard)
fabrieksinstelling 01.
De keuze voor constant koppel betekend dat ook bij lagere frequenties dan 50Hz
continue het nominaal koppel mag worden afgenomen. Deze instelling mag worden
gekozen indien u gebruik maakt van thermistoren of indien de motor voorzien is van
een onafhankelijk aangedreven koelluchtventilator.
Een instelling van 00 of 02 begrenst het continue af te nemen koppel bij uitsturing
beneden de 50Hz. De opbrengst van de koelventilator neemt immers bij lagere
toerentallen af. In het algemeen zal bij de instelling 00 het aanspreekniveau te laag
liggen, er kan dan gekozen worden voor instelling 02.
Stroom (d002)
100%
80%
60%
gereduceerd
koppel 1
B013 = 00
0
5
20
Een elektronisch thermisch relais is geen sluitende motorbeveiliging, een beveiliging
met behulp van thermistoren is altijd de meest optimale. De thermistoren kunnen
direct op de X200 worden aangesloten. Bij meermotoren bedrijf elke motor bij
voorkeur voorzien van een thermistor.
24
Constant koppel
B013 = 01
Gereduceerd
koppel 2
B013 = 02
60
Frequentie (d001)
Hz
120