185
Internetverbindingen
Wi-Fi
Om Wi-Fi op je toestel te gebruiken, heb je toegang nodig tot een draadloos
toegangspunt of "hotspot".
De beschikbaarheid en sterkte van het Wi-Fi-signaal verschilt naargelang van de
barrières, zoals gebouwen of een muur tussen kamers, waar het Wi-Fi-signaal
doorheen moet.
Wi-Fi inschakelen
1. Veeg met twee vingers omlaag van de statusbalk om Snelinstellingen te openen.
2. Tik op de tegel Wi-Fi om Wi-Fi in te schakelen.
3. Tik op
voor een lijst met gevonden draadloze netwerken.
§ Tik als je handmatig wilt scannen naar beschikbare Wi-Fi netwerken op
Scannen.
§ Indien het gewenste draadloze netwerk niet in de lijst voorkomt, tik je op
Netwerk toevoegen om het handmatig toe te voegen.
Verbinden met een Wi-Fi-netwerk
1. Schakel Wi-Fi in en controleer de lijst met gevonden Wi-Fi-netwerken.
Zie
Wi-Fi inschakelen
2. Tik op een Wi-Fi-netwerk waarmee je verbinding wilt maken.
3. Als je een beveiligd netwerk hebt geselecteerd, voer je de netwerksleutel of het
wachtwoord in.
4. Tik op Verbinden. Het Wi-Fi-pictogram
verbinding is gemaakt.
Meldingen van onbeveiligde Wi-Fi-netwerken voorkomen
Je kunt verhinderen dat je meldingen ontvangt van onbeveiligde Wi-Fi netwerken.
1. Schakel Wi-Fi in en controleer de lijst met gevonden Wi-Fi-netwerken.
Zie
Wi-Fi inschakelen
2. Houd een onbeveiligd Wi-Fi netwerk ingedrukt waarover je geen melding meer
wilt ontvangen en tik op Melding netwerk geblokkeerd.
3. Om de blokkering van een onbeveiligd Wi-Fi netwerk op te heffen, houd je de
netwerknaam ingedrukt en tik je op Melding netwerk gedeblokkeerd.
op pagina 185.
verschijnt op de statusbalk als
op pagina 185.
>
>