2.1
Functionele instructies
1. Voor de producten uit de nieuwe serie kunnen we de CCM-binnenbediening via de XYE-poort
van het hoofdbuitentoestel van elk koelsysteem verbinden. Houd er rekening mee dat in dit
geval het buitentoestel moet worden ingesteld op de modus Automatisch adres zoeken. Dit
treedt na 6 minuten in werking.
2. Het verbinden van de CCM-binnenbediening via de XYE-poort van het binnentoestel is geschikt
voor alle soorten binnentoestellen, niet alleen de nieuwe.
3. Wanneer er sprake is van een combinatie van een nieuw binnentoestel en een oud
buitentoestel die worden verbonden aan één koelsysteem, kunnen we de centrale bediening
alleen gebruiken voor de oude generatie binnentoestellen via hun eigen XYE-poort of de
nieuwe generatie binnentoestellen bedienen via de XYE-poort van het hoofdbuitentoestel. We
kunnen ze niet alle bedienen.
4. Als één systeem verbonden is met de CCM-binnenbediening en een binnentoestel met leiding
van 10 HP of meer, raden we aan de adressen van elk binnentoestel apart in te stellen.
2.2
Bedrijfsomstandigheden
1. Stroom- en spanningsbereik
Inlaatspanning: enkelfasig 198V~242V;
AC inlaatstroom frequentie: 50Hz/60Hz;
2. Omgevingstemperatuur: -15 ℃ ~+43 ℃ ;
3. Omgevingsvochtigheidsgraad: RH40%~RH90%.
2.3 Sleutelwoorden
2.3.1 Statusindicatie
1. LED voor statusindicatie
1) Normale status
① Aan
Het LED-lampje staat aan in de volgende gevallen:
a) In het netwerk van de centrale bediening zijn een of meerdere airconditioners in
bedrijf.
b) Bij handeling met de centrale bediening, wanneer de centrale bediening een signaal
stuurt naar de airconditioners, is het LED-lampje aan. Wanneer de centrale bediening
klaar is met versturen, gaat het LED-lampje uit.
② Uit
De airconditioners in het netwerk van de centrale bediening zijn alle in de uit-status.
2) Abnormale status
Als de airconditioners in het netwerk van de centrale bediening een fout melden of er is
een fout in het bedieningsnetwerk, knippert het LED-lampje met 2Hz.
Gebruikers- en installatiehandleiding
9