Symbolen voor zoeken met MARPA
Een doel zoeken. Concentrische, gestippelde groene cirkels stralen golven vanuit het doel uit als de
radar op het doel is gericht.
Doel is gevonden. Een effen groene cirkel geeft de locatie van het doel aan waarop de radar is gericht.
Een groene stippellijn die aan de cirkel vastzit, geeft de geprojecteerde koers over de grond of de
GPS-koers van het doel aan.
Gevaarlijk doel binnen bereik. Een rode cirkel knippert bij het doel terwijl er een waarschuwingssignaal
klinkt en een melding wordt gegeven. Nadat het alarm is bevestigd, geeft een effen rode punt met
daaraan een rode stippellijn de locatie en de geprojecteerde koers over de grond of de GPS-koers van
het doel aan. Als het alarm voor het aanvaringsgevaar is uitgeschakeld, knippert het doel maar gaat er
geen waarschuwingssignaal af en wordt er geen melding gegeven.
Doel is verdwenen. Een effen groene cirkel met een X erin geeft aan dat de radar niet op het doel kon
worden vastgezet.
Dichtstbijzijnd punt van nadering en tijd tot dichtstbijzijnd punt van nadering voor een gevaarlijk doel.
MARPA-doelen automatisch ontvangen
U kunt MARPA-doelen automatisch ontvangen op basis van MotionScope, bewakingszones of grenzen.
1 Selecteer in een radarscherm Opties > Lagen > Overige schepen > MARPA > Automatisch ontvangen.
2 Selecteer
en pas extra instellingen aan (optioneel).
MARPA-doelen automatisch verwijderen
U kunt de MARPA instelling Automatisch ontvangen inschakelen om verloren doelen automatisch uit de doellijst
te verwijderen. Als deze optie is ingeschakeld, worden verloren doelen verwijderd wanneer nieuwe doelen
worden verworven zodra de doellijst de volledige capaciteit heeft bereikt.
1 Selecteer in een radarscherm Opties > Lagen > Overige schepen > MARPA.
2 Selecteer Automatisch ontvangen > Aan.
Een MARPA-tag aan een object toewijzen
Voordat u MARPA kunt gebruiken, moet een koerssensor zijn verbonden en moet een actief GPS-signaal
beschikbaar zijn. De koerssensor moet het NMEA 2000-parametergroepsnummer (PGN) 127250 of het NMEA
0183-uitvoertelegram HDM of HDG aanleveren.
1 Selecteer een object of locatie in een radarscherm.
2 Selecteer Bepaal doel > MARPA-doel.
Een MARPA-tag van een doelobject verwijderen
1 Selecteer vanaf het radarscherm een MARPA-doel.
2 Selecteer MARPA-doel > Verwijder.
Informatie weergeven over een object dat met een MARPA-tag is gelabeld
U kunt het bereik, de peiling, de snelheid en andere informatie over een object bekijken dat met een MARPA-tag
is gelabeld.
1 Selecteer vanuit het radarscherm een doelobject.
2 Selecteer MARPA-doel.
Een lijst met AIS-gevaren weergeven
1 Selecteer Info > Overige schepen > AIS-lijst.
2 Selecteer indien nodig Weergaveopties om de items in de lijst te sorteren of te filteren.
Radar
107