2. GRASMAAIER COMPONENTEN
(Fig. 2)
1. On/Off-hendel
2-3. Duwboom
4. Grasvangbak
5. Deflector
6. Draaiknop
7. Blokkeerhendel duwboom
8. Hoogteregelknop en aanhalen duwboom
9. Indicator volle korf
10. Klep accuruimte
11. Blokkeerknop klep accuruimte
12. Veiligheidsstekker
13. Veiligheidssleutel
14. Veiligheidsknop
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP - Als de machine goed gebruikt
wordt, is het een snel, handig en
doelmatig werkinstrument; als de spuit niet
op de juiste manier of zonder de nodige
voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt, kan
het een gevaarlijk werktuig worden. Opdat u
altijd prettig en veilig kunt werken de hierna
in de loop van de handleiding volgende.
WAARSCHUWING: Het voedingssysteem
v a n u w t o e s t e l p r o d u c e e r t e e n
elektromagnetisch veld met zeer lage
intensiteit. Dit veld kan inter ferentie
veroorzaken met bepaalde pacemakers. Om
het risico op ernstig letsel of overlijden zo
klein mogelijk te houden moeten personen
met een pacemaker hun eigen arts en de
fabrikant van de pacemaker raadplegen
voordat ze dit apparaat gebruiken.
W A A R S C H U W I N G ! – N a t i o n a l e
reglementeringen kunnen bepalingen
omvatten die het gebruik van de machine
beperken.
LET OP! Lees ook de gebruiks- en
onderhoudshandleiding van de accu en
van de acculader aandachtig door!
1. Lees de aanwijzingen in deze handleiding
en op de etiketten op de machine
aandachtig en volg ze op.
2. Zich ervan overtuigen, dat niemand, in het
bijzonder kinderen, zich binnen het bereik
van de grasmaaier bevindt.
3. De grasmaaier niet laten gebruiken door
6
personen die er noch de leeftijd, noch
de ervaring, noch de nodige lichamelijke
kracht voor hebben of wanner u alcohol,
drugs of medicijnen heeft gebruikt.
4. Als de motor loopt, handen en voeten
buiten bereik van het maaimes houden.
5. Denk altijd aan uw veiligheid en kleed
uzelf dienovereenkomstig. Draag altijd
stevige schoenen, nooits sandalen. Draag
altijd een veiligheidsbril of een andere
oogbescherming tijdens het werk.Draag
altijd een lange broek tijdens het maaien.
6. Zorg ervoor, dat u volledig op de hoogte
bent met het juiste gebruik en de
bediening van de grasmaaier en in het
bijzonder hoe men deze kan uitschakelen
in geval van nood.
7. Zich er altijd van overtuigen, dat alle
bouten, moeren en schroeven van de
grasmaaier goed vast zitten.
8. De grasmaaier alleen gebruiken, nadat
u zich ervan overtuigd heeft, dat alle
veiligheids- en beschermingselementen
goed gemonteerd zitten.
9. Alvorens de grasmaaier te laten staan de
motor stoppen en zich ervan overtuigen,
dat alle draaiende onderdelen stil staan.
10. Blokkeer de achterste deflector nooit in
opwaartse positie.
11. Als men de grasmaaier onbewaakt laat
staan, de motor stoppen en de grasmaaier
op een vlakke plek zetten.
12. D e p l a a t s e l i j k e w e t g e v i n g k a n
beperkingen bevatten betreffende de
leeftijd van de gebruiker en het gebruik
van de grasmaaier onder bepaalde
omstandigheden.
13. Vergeet niet dat de eigenaar of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen
of risico's geleden door derden of voor
schade aan goederen.
14. Ver wijder de veiligheidssleutel (13,
Fig.1): telkens wanneer u de machine
verlaat, voordat u verstoppingen van het
mes of van de afvoer verhelpt, als u de
zak verwijdert, voordat u reinigings- of
reparatiewerkzaamheden uitvoert, als
de maaimachine op abnormale wijze
begint te trillen (onmiddellijk controleren)
en na het stoten tegen een vreemd
voor werp. Controleer, voordat u de
grasmaaier opnieuw start of gebruikt, of
hij beschadigd is en laad hem zo nodig
repareren.
15. Verzeker u er van dat hierbij alleen
originele snijsystemen zijn gebruikt.
16. Voor het gebruik altijd met het oog
het mes, de bout van het mes en het