Inhoudsopgave
Advertenties
25. De brander
ontsteekt niet vlot.
26. De ruit wordt
vuil na een korte
brandtijd.
27. De brander
maakt een
ploffend lawaai op
kleinstand.
De kleinstand is te klein
afgeregeld.
De waakvlam is te klein.
De waakvlam wordt gehinderd. Maak de waakvlam vrij.
De houtset is foutief geplaatst. Plaats de houtset correct (zie foto
De branderopeningen zijn
verstopt.
Er wordt een foutieve gassoort
gebruikt.
De brander is vervuild.
De voordruk of de branderdruk
is te hoog.
De houtset is foutief geplaatst. Plaats de houtset correct.
De branderdecoratie is niet
goed verdeeld.
De kleinstand is te klein
afgeregeld.
© Well Straler alle rechten voorbehouden
Regel de kleinstand correct af.
Reinig of regel de waakvlam bij.
bij houtset).
Reinig de brander met perslucht.
Controleer de gassoort (rode lak =
aardgas, groene lak = propaan).
Reinig de brander met perslucht.
Controleer de drukken en stel die
bij.
Herschik de branderdecoratie.
Zet de kleinstand groter.
46
Advertenties
Inhoudsopgave
