De diafragmawaarde instellen
U kunt het diafragma instellen op de waarde die u wilt gebruiken voor opnamen.
De camera stelt de juiste sluitertijd in voor de diafragmawaarde die u hebt ingesteld.
B staat voor 'Aperture value' (diafragmawaarde), wat verwijst naar de grootte van
de diafragmaopening in de lens.
Beschikbare diafragmawaarden
F3.1, F3.5, F4.0, F4.5, F5.0, F5.6, F5.9, F6.3, F7.1, F8.0
•
Ongeacht de diafragmawaarde die u instelt. zal de camera een sluitertijd instellen van
maximaal 1/2000 seconde tijdens het flitsen. Als [Veiligheids FE] echter is ingesteld op
[Uit]
(p.
97), is de kortste sluitertijd 1/500 seconde.
•
Afhankelijk van de zoompositie zijn sommige diafragmawaarden niet beschikbaar.
Wat als de sluitertijd oranje wordt weergegeven?
Als de sluitertijd oranje wordt weergegeven wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt,
overschrijdt de compositie de juiste belichtingslimieten. Pas de diafragmawaarde aan
totdat de sluitertijd wit wordt weergegeven. Safety shift kan ook worden gebruikt.
Safety Shift
Met de modi M en B wordt de sluitertijd of diafragmawaarde automatisch aangepast
aan de juiste belichting wanneer deze niet op een andere manier kan worden verkregen,
als [Safety Shift] is ingesteld op [Aan] op het tabblad 4.
Safety Shift is uitgeschakeld wanneer de flitser is ingeschakeld.
Stel het programmakeuzewiel
in op B.
Kies de instelling.
∆
Draai  om de diafragmawaarde in te stellen.
Maak de opname.
93