Elektrische aansluiting
Klembezetting 4-draads: 4-20 mA HART (90 ... 253 V
19
Klembezetting 4-draads: 4-20 mA HART (90 ... 253 V
1
Aansluiting 4-20 mA HART (actief): klemmen 3 en 4
2
Aansluiting voedingsspanning: klemmen 1 en 2
3
Klem voor kabelafscherming
VOORZICHTIG
L
Voor het waarborgen van de elektrische veiligheid:
‣
Maak de randaardeverbinding niet los.
‣
Ontkoppel de voedingsspanning voordat de randaarde wordt losgemaakt.
Sluit de randaarde aan op de interne aardklem (3) voordat de voedingsspanning wordt
aangesloten. Sluit, indien nodig, de potentiaalvereffeningskabel aan op de aardklem.
Teneinde de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te waarborgen: aard het
instrument niet via de randaarde in de voedingskabel. In plaats daarvan moet de functie-
aarde ook worden aangesloten op de procesaansluiting (flens- of
schroefdraadverbinding) of de externe aardklem.
Een goed toegankelijke voedingsschakelaar moet worden geïnstalleerd in de omgeving
van het instrument. De voedingsschakelaar moet zijn gemarkeerd als
scheidingsschakelaar voor het instrument (IEC/EN61010).
42
2
1
Micropilot FMR56, FMR57 HART
)
AC
3
)
AC
A0036519
Endress+Hauser