TRAMPOLINETECHNIEKEN:
BASISVAARDIGHEDEN
BASISVAARDIGHEID 1: De basissprong
sprong (zoals in BASISVAARDIGHEID 1).
Land op de knieën op schouderbreedte uit elkaar, houd de rug recht
en handhaaf een stabiele lichaamshouding door de armen naar de zij-
kant of naar voren te bewegen om het evenwicht te bewaren.
Spring terug naar de basissprong positie door gebruik te maken van de
sprongimpuls en zwaai de armen boven het hoofd.
Als het op deze hoogte lukt, kunt u proberen om een beetje hoger te
springen, maar vergeet niet om altijd de controle te behouden over uw
hoogte.
BASISVAARDIGHEID 3: De zit val
hoogst mogelijke veiligheidsniveaus worden gehandhaafd.
Begin vanuit een staande positie, met de voeten op schouderbreedte uit
elkaar, hoofd omhoog en ogen op de trampolinemat gericht.
Zwaai de armen voorwaarts en omhoog boven het hoofd in een cirkelvormi-
ge beweging. Breng benen en voeten bij elkaar, terwijl u in de lucht bent, met
de tenen naar onderen.
Land weer op de mat met de voeten op schouderbreedte uit elkaar (als in de
startpositie).
Ga naar de volgende vaardigheid als deze comfortabel en soepel verloopt.
BASISVAARDIGHEID 2: De knieval
Begin met een lage basis-
Begin met een lage basissprong (BASISVAARDIGHEID 1) in de normale
positie.
Land met de benen gestrekt voor u uit, met de handen aan beide kanten van
uw heupen, met rechte rug en stabiele lichaamshouding.
Gebruik de sprongimpuls aangevuld met afzetten met de handen om terug
te keren in staande positie.
Als het op deze hoogte lukt, kunt u proberen om een beetje hoger te
springen, maar vergeet niet om altijd de controle te behouden over uw
hoogte.
BELANGRIJK: Raadpleeg een geschoolde trampoline-instructeur alvorens
u meer geavanceerde vaardigheden uitprobeert, om ervoor te zorgen dat de