6.6
VENTILATORSTAND
De airconditioner kan ook worden gebruikt om alleen te ventileren.
Om de ventilatorstand in te stellen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de MODE knop tot het ventilatiesymbool op het display verschijnt.
2. Door op de FAN knop te drukken verandert de snelheid van het ventileren in de ventilatiestand in de
volgorde laag/gemiddeld/hoog/auto.
(zie afbeelding 1)
In de Gevoelsstand (automatisch) kiest de airconditioner automatisch de ventilatorsnelheid en de stand (koelen of
verwarmen).
De afstandsbediening slaat automatisch de snelheid op die in de laatste stand was ingesteld.
6.7
DROGE STAND
De airconditioner kan ook worden gebruikt om de luchtvochtigheid te verlagen en daarmee de ruimte
comfortabeler te maken.
Om de droge stand in te stellen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de MODE knop tot het luchtvochtigheidssymbool op het display verschijnt. Er worden nu
automatisch afwisselende koelcycli geactiveerd.
(zie afbeelding 1)
Afbeelding 1
Afbeelding 1
17