6.4
VERWARMINGSTAND
Met de verwarmingsfunctie kan de airconditioner de ruimte verwarmen. Om de verwarmingsfunctie (HEAT) te
activeren, drukt u op de 'MODE' knop totdat het 'warmtesymbool' op het display verschijnt. De warmtefunctie
wordt geactiveerd door met de pijltjesknoppen de temperatuur hoger in te stellen dan de temperatuur in de
ruimte.
Om de functie van de airconditioner te optimaliseren kunt u de temperatuur (1), de snelheid (2) en de richting (3)
van de luchtstroom aanpassen door op de aangegeven knoppen te drukken. (zie afbeelding 1).
Als de airconditioner is uitgerust met een elektrische verwarming zal het opstarten van het toestel enkele seconden
vertraagt worden om een onmiddellijke afgifte van warme lucht te garanderen (optioneel en afhankelijk van het
model).
In de verwarmingstand kan het toestel automatisch een ontdooicyclus activeren, die essentieel is voor het reinigen
van de condensor om de warmte-uitwisselingsfunctie te herstellen. Deze procedure duurt gewoonlijk 2-10 minuten
tijdens het ontdooien, terwijl de ventilator van de binnenunit stopt. Na het ontdooien hervat deze automatisch de
verwarmingstand.
6.5
TIMER MODUS
AUTOMATISCH INSCHAKELTIJD (TIMER MODUS---TIMER ON)
Om de automatische inschakeltijd te programmeren moet de airconditioner zijn uitgeschakeld:
1. Druk op de TIMER knop en stel de temperatuur in met de pijltjesknoppen.
2. Druk nogmaals op de TIMER knop en stel de rusttijd in met de pijltjesknoppen.
3. Druk nogmaals op de TIMER knop om te bevestigen. De rusttijd tot de volgende automatische
inschakeling kan nu worden afgelezen op het display.
4. Om de ingestelde functie te annuleren drukt u nogmaals op de TIMER knop.
Om de tijd verder in te stellen programmeert u de werkmodus met de MODE knop en de ventilatorsnelheid met de
FAN SPEED knop. De airconditioner kan uitgeschakeld worden met de ON/OFF knop. (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1
15