Inhoudsopgave
Advertenties
6.
BEDIENINGSINSTRUCTIE
6.1
WERKINGSPRINCIPE
De lucht die door de ventilator wordt aangezogen, komt het rooster
binnen, gaat door het filter en wordt vervolgens gekoeld, ontvochtigd
of verwarmd door de warmtewisselaar.
De richting van de luchtuitlaat wordt door middel van een motor op en
neer bewogen en handmatig van rechts naar links door de verticale
lamellen. Bij sommige modellen zijn de verticale lamellen ook door een
motor aangedreven.
6.2
LUCHTSTROOM REGELEN
De luchtstroom kan gelijkmatig in de ruimte verdeeld worden waarop de luchtstroom optimaal wordt geregeld. Met
behulp van de 'SWING' knop met de verticale pijltjes kan de luchtstroom afwisselend van boven naar beneden
worden geleid zodat een gelijkmatige verspreiding van de lucht in de ruimte wordt gegarandeerd. De 'SWING'
knop met de horizontale pijltjes activeert de gemotoriseerde lamellen waardoor de luchtstroom van links naar
rechts gestuurd wordt. De gemotoriseerde horizontale luchtstroomregeling is optioneel en afhankelijk van het
model airconditioner. Bij modellen die deze optie niet hebben kan de horizontale luchtstroomregeling manueel
worden ingesteld. (zie afbeeldingen 1 en 2).
In de koelstand worden de lamellen in horizontale richting gezet. In de verwarmingsstand worden de lamellen naar
beneden gericht omdat warme lucht opstijgt.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
13
Advertenties
Inhoudsopgave
