9.2 De motor en de pomp aansluiten
Wanneer u de pomp in een omgeving met eventueel explosiegevaar wilt gebruiken,
moet de pomp zijn verbonden met een explosieveilige motor / overbrenging
ATEX
Gebruik een koppeling die ATEX heeft goedgekeurd.
ATEX
Scherm de koppeling tussen pomp en motor zorgvuldig af.
1. Voordat u motor en pomp aansluit, controleert u of de pompas soepel en ordelijk kan
ronddraaien.
2. Wanneer u de motor en de pomp koppelt, moet u controleren of de pompas en de motoras
nauwkeurig zijn uitgelijnd, en dat er een paar mm ruimte tussen de aseinden is.
3. Pomptypes HD, CD, PD en ED moeten met de motor zijn gekoppeld met behulp van een
elastische koppeling.
4. Wanneer u een standaard ROTAN koppeling gebruikt, zijn pomp en motor uitgelijnd zoals
beschreven in het volgende hoofdstuk.
De aansluiting en uitlijning van andere koppelingen verricht u volgens de instructies van de
betreffende leverancier. Raadpleeg deze instructies!
9.3 De motor en de pomp uitlijnen
Wanneer u een standaard ROTAN koppeling gebruikt, lijnt u pomp en motor als volgt uit.
De uitlijning van andere koppelingen verricht u volgens de instructies van de betreffende
leverancier. Houd daarbij rekening met de maximale afwijkingsmarges voor centriciteit en
parallelliteit.
1. Controleer de centrering tussen de pomp- en de motoras met behulp van een richtliniaal.
Plaats de liniaal op 2-3 plaatsen aan de omtrek (90° uit elkaar) boven de twee
koppelingdelen. Ieder gebrek aan uitlijning herkent u aan licht tussen de richtliniaal en de
koppelingsnaaf.
2. Wanneer beide helften van de koppeling roteren, mogen ze 0,05 mm uit lijn liggen.
3. Controleer de parallelliteit / spleet tussen de koppelinghelften met behulp van een voelmaat.
De spleet mag maximaal 0,5° zijn, of wanneer beide helften roteren, mag de spleetafwijking
op hetzelfde punt niet meer dan 0,05 mm zijn.
DESMI A/S
Tagholm 1
DK-9400 Nørresundby, Denemarken
Telefoon: +45 96328111
Fax +45 98175499
E-mail: desmi@desmi.com
www.desmi.com
27