2. Veiligheidswaarschuwingen, algemeen
De druk in de verwarmingsmantel op het voordeksel en op het achterdeksel mag niet
hoger zijn dan 10 bar.
Als het gewicht van de pomp hoger is dan het toegestane aantal kilo's dat mensen
mogen optillen, moet u de pomp mechanisch optillen.
Steek uw vingers niet in de pomppoorten als u de pomp optilt of hiermee werkt.
U mag de hefogen van motoren niet gebruiken om de gehele pomp op te tillen, maar
alleen om de motor afzonderlijk op te tillen.
Til de pomp op met stabiele ophangpunten, zodanig dat de pomp in balans blijft en de
hefbanden niet op scherpe randen liggen.
Til de pomp op in overeenstemming met de hefinstructies in afbeelding 10 – 12.
Scherm de koppeling tussen pomp en motor zorgvuldig af.
Bout de pomp zorgvuldig vast aan de fundering.
Verwijder alle verontreinigingen uit het leidingsysteem voordat u de pomp er op aansluit.
Verwijder de beschermende stoppen uit de pompopeningen voordat u de leidingen
aansluit.
Uitsluitend geschoolde vakmensen mogen de flenskoppelingen verzorgen.
Plaats de flenzen parallel, en let op het maximale vastdraaimoment om spanning in het
pomphuis te vermijden.
Uitsluitend geschoolde vakmensen mogen de schroefdraadkoppelingen realiseren.
Als u een pomp met binnendraad aansluit op een leiding met conische draad, kan het
pomphuis barsten wanneer u de koppeling te strak vastdraait.
Voorzie de pompeenheid van een NOODSTOP.
Voor een veilig bedrijf sluit u bewakings- en veiligheidssystemen zoals manometers,
debietmeters, et cetera aan in overeenstemming met de bedrijfscondities.
Reinig de pomp van testolie voordat u deze in gebruik neemt.
Gebruik bij het ontluchten van de pomp de juiste veiligheidsuitrusting zoals
handschoenen, veiligheidsbril et cetera (het soort uitrusting is afhankelijk van de
verpompte vloeistof).
Ontlucht de pomp nooit wanneer deze draait. De pomp kan dan koude, hete, bijtende of
giftige vloeistof onder hoge druk rondspuiten.
U moet het leidingsysteem beveiligen tegen te hoge druk, op een andere manier dan
met behulp van de ROTAN omloopklep.
Wanneer bepaalde vloeistofeigenschappen de werking van de omloopklep hinderen,
moet u andere apparaten gebruiken in plaats van de ROTAN omloopklep.
Pompen zonder ROTAN omloopklep moeten een andere, soortgelijke
veiligheidsinrichting gebruiken die pomp en motor beschermt.
Iedere verandering in de maximale werkdruk van de pomp moet vergezeld gaan van een
DESMI A/S
Tagholm 1
DK-9400 Nørresundby, Denemarken
Telefoon: +45 96328111
Fax +45 98175499
E-mail: desmi@desmi.com
www.desmi.com
14