l) Temperatuurkalibratie en slaaptimer
Met deze functie kunt u voor elk van de 3 kanalen na elkaar een temperatuurkalibratie uitvoeren (correctie van de
afwijking tussen weergegeven en gemeten temperatuur) en de slaaptimer instellen (na hoeveel tijd het kanaal in de
slaapmodus gaat).
Bij de temperatuurkalibratie kunt u de afwijking corrigeren tussen de temperatuurweergave op het display (tempe-
ratuur gemeten via de in het soldeerapparaat ingebouwde sensor) en de daadwerkelijke temperatuur (bijv. gemeten
via een meetapparaat).
Voer een temperatuurkalibratie pas uit wanneer de temperatuur van het soldeerapparaat zich heeft gesta-
biliseerd.
Houd er rekening mee dat het soldeerstation de temperatuurkalibratie op kanaal 1 en 2 voor elk aange-
sloten soldeerapparaat apart opslaat. Dit betekent dat als u voor de soldeerbout op kanaal 1 een kalibra-
tiewaarde van +10 °C opslaat en vervolgens de soldeerpincet op kanaal 1 aansluit, u hiervoor een andere
kalibratiewaarde (bijv. +5 °C) kunt opslaan. Als u vervolgens op kanaal 1 weer de soldeerbout aansluit,
wordt weer de kalibratiewaarde van +10 °C gebruikt.
Na afloop van de voor de slaaptimer ingestelde tijd wordt de temperatuur verlaagd (desoldeerpistool op 300 °C,
soldeerbout en soldeerpincet op 200 °C; de verlaging is natuurlijk alleen dan mogelijk, als het betreffende kanaal
op een hogere temperatuur is ingesteld). Dit verlaagt niet alleen het opgenomen vermogen van het soldeerstation
(energiebesparing), maar beschermt bij langere werkpauzes ook de soldeerpunten.
Als het kanaal zich in de slaapmodus bevindt (weergave "SLP"), kan de slaapmodus worden beëindigd
door kort op de toets van het betreffende kanaal (1, 2 of 3) te drukken. Vervolgens start het opwarmen tot
op de voor het betreffende kanaal ingestelde temperatuur (als deze hoger is dan de slaaptemperatuur van
200 °C).
Ga hiervoor als volgt te werk:
• Druk kort op de toets "1", "2" of "3" om het betreffende kanaal 1, 2 of 3 te selecteren dat u wilt instellen (er moet een
soldeerapparaat op het kanaal zijn aangesloten).
• Houd de toets "
" ingedrukt. Houd ook de toets van het zo-
juist geselecteerde kanaal langer dan 3 seconden ingedrukt.
• Nu verschijnt op het display de kalibratie-aanduiding ("CAL").
• Met de toetsen "
" en "
den veranderd (binnen een bereik van -50 tot +50 °C). Houd
de betreffende toets ingedrukt voor een snelle wijziging van de
instelling.
Voorbeeld voor de berekening van de kalibratiewaarde:
T1 = 350 °C = gemeten temperatuur
T2 = 335 °C = temperatuurwaarde op het display (gemeten via interne temperatuursensor)
Kalibratiewaarde = T1 - T2 = +15 °C
• Druk kort op de toets van het geselecteerde kanaal (1, 2 of 3) om de kalibratiewaarde op te slaan.
22
" kan nu de kalibratiewaarde wor-