Films bewerken
U kunt delen van opgenomen films wissen.
Beveiligde films en films van 1 seconde of korter (
30 sec.**) kunnen niet worden bewerkt.
* Wanneer het opname-interval 1 seconde is.
**
Wanneer het opname-interval 2 seconden is
1
Selecteer
het filmbedieningspaneel en
druk op
Het scherm voor filmbewerking en de
balk met bewerkingsfuncties worden
weergegeven.
2
Gebruik de knop
of
of
U kunt een film die tijdelijk is bewerkt, bekijken door de knop
(afspelen) te selecteren en op de knop FUNC./SET te drukken.
Als u
en keert u terug naar het filmbedieningspaneel.
3
Selecteer
4
Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven]
en druk op
Met [Nieuw bestand] slaat u de
bewerkte film op met een nieuwe
bestandsnaam. De gegevens van vóór
de wijziging blijven bewaard.
Als u op de knop FUNC./SET drukt
terwijl u een film opslaat, wordt het
opslaan geannuleerd.
Met [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de
oorspronkelijke naam opgeslagen. De gegevens van vóór
de wijziging gaan verloren.
Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt
u alleen [Overschrijven] selecteren.
82
(bewerken) in
.
(snijden eind) te selecteren en de knop
om het snijpunt aan te geven ( ).
(uit) selecteert, worden de bewerkingen geannuleerd
(opslaan) en druk op
.
.
Bewerkingspaneel voor films
Bewerkingsbalk voor films
of
om
of 15 sec.* of
(snijden begin)
.