Als
Laadt niet op
wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Vervolgens
koppelt u de lader los, sluit u deze opnieuw aan en probeert u het nogmaals.
Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw
leverancier.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van
de lader uit de wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Houd de eindetoets enkele seconden ingedrukt.
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig
contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het
aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit
en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren
door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Opmerking: Raak deze aansluiting niet aan, omdat
deze gevoelig is voor elektrostatische ontlading.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
14