Overschakelen naar prioriteitskanalen
U kunt snel schakelen tussen uw huidige actieve kanaal en een prioriteitskanaal. Als u overschakelt naar een
prioriteitskanaal, wordt het zendvermogen automatisch ingesteld op hoog (25 W) en als u weer terugschakelt
naar uw huidige kanaal, wordt de zendvermogeninstelling hersteld.
Op Noord-Amerikaanse modellen kunt u snel schakelen tussen kanaal 16, uw tweede-prioriteitskanaal en uw
oorspronkelijke kanaal met de knop 16/9.
Op internationale modellen kunt u snel schakelen tussen kanaal 16 en uw oorspronkelijke kanaal met de knop
16+.
1 Als u van het huidige kanaal wilt overschakelen naar kanaal 16, selecteert u 16/9 of 16+.
Het zendvermogen wordt automatisch ingesteld op hoog (25 W). U kunt HI/LO > 1W selecteren om het
zendvermogen op laag (1 W) in te stellen.
2 Selecteer op Noord-Amerikaanse modellen 16/9 om over te schakelen naar uw tweede-prioriteitskanaal.
3 Selecteer 16/9 of 16+ om terug te keren naar uw vorige kanaal en uw vorige zendvermogeninstelling.
Ontvangstgevoeligheid instellen
U kunt de ontvangstgevoeligheid van de marifoon regelen. Als u last hebt van ruis in gebieden met veel verkeer
of in gebieden waar sprake is van elektromagnetische interferentie, bijvoorbeeld in de buurt van zendmasten
voor mobiele telefonie, kunt u de ontvangstgevoeligheid instellen op LOC om de gevoeligheid van de ontvanger
te verlagen. In afgelegen gebieden en op open water kunt u de ontvangstgevoeligheid instellen op DIST om het
bereik van de ontvanger te maximaliseren.
1 Selecteer HI/LO.
2 Selecteer een optie:
• Selecteer LOC om de lokale ontvangstgevoeligheid in te schakelen.
• Selecteer DIST om de ontvangstgevoeligheid over lange afstanden in te schakelen.
Schakelen tussen de uitzendmodi 1 W en 25 W
U kunt het uitzendvermogen van de marifoon instellen. Laag (1 W) wordt gebruikt voor lokale uitzendingen en
hoog (25 W) voor uitzendingen over lange afstanden en nooduitzendingen.
Als twee signalen op dezelfde frequentie worden uitgezonden, ontvangt een VHF-marifoon alleen het
krachtigste signaal. Voor niet-noodoproepen moet u de laagste zendvermogeninstelling gebruiken waarop u
kunt communiceren. Op die manier verlaagt u de kans dat u met uw uitzendingen de uitzendingen van anderen
verstoort.
Uitzendingen via de Amerikaanse kanaalband op kanaal 13, 17, 67 en 77 moeten standaard bij laag vermogen
(1 W) plaatsvinden.
Uitzendingen via de Canadese kanaalband op kanaal 13, 15, 17, 20, 1066, 67, 75, 76 en 77 moeten standaard bij
laag vermogen (1 W) plaatsvinden.
Uitzendingen via de Internationale kanaalband op kanaal 15, 17, 75 en 76 moeten standaard bij laag vermogen
(1 W) plaatsvinden.
OPMERKING: In de Amerikaanse en Canadese kanaalbanden kunt u de vermogensinstelling voor deze kanalen
tijdelijk uitschakelen tijdens de transmissie
Internationale kanaalband staat de zender niet toe dat uitzendingen op deze kanalen worden gewijzigd (25 W).
1 Selecteer HI/LO.
2 Selecteer 1W of 25W.
3 Selecteer OK.
Basisbediening
(De instelling Laag uitzendvermogen omzeilen,
pagina 10) In de
9