Pagina 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Weerwaarschuwingen in- en Inhoudsopgave uitschakelen.......... 11 Inleiding........... 1 Digital Selective Calling (DSC)..12 Overzicht marifoon......... 2 Digital Selective Calling (DSC)..... 12 Overzicht handset........3 Uw MMSI-nummer invoeren....12 Startscherm..........4 Uw MMSI-nummer weergeven..... 12 Systeemstatuspictogrammen.... 5 Noodoproepen........13 Een algemene noodoproep Basisbediening........
Pagina 4
ATIS in- en uitschakelen....... 23 Uw ATIS-identificatienummer weergeven..........23 Automatic Identification System..23 AIS in- en uitschakelen......23 NMEA 0183 en NMEA 2000®..23 Extra functionaliteit met andere Garmin toestellen..........24 Communiceren via NMEA 0183 of NMEA 2000........... 24 DSC NMEA uitzendingen configureren.......... 24 Systeeminstellingen.......
Inleiding WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Inleiding...
Overzicht marifoon VHF 110/115 VHF 210/215 Onderdeel Knop Beschrijving Til de klep op en druk op de knop om een DSC-noodoproep te verzenden met DISTRESS een geprogrammeerd MMSI-nummer (Uw MMSI-nummer invoeren, pagina 12). Druk op de knop om te schakelen tussen volume en squelch. VOL/SQ Draai de knop om het volume- of squelch-niveau af te stellen.
Onderdeel Knop Beschrijving Selecteer deze knop in het startscherm om configuratieopties weer te geven. MENU Selecteer deze knop in een menu om terug te keren naar het startscherm. Overzicht handset Houd deze knop ingedrukt om te zenden. Selecteer deze optie om het kanaal op de marifoon te wijzigen. Noord-Amerika: 16/9 Selecteer een optie om te schakelen tussen voorkeuzezenders.
Startscherm Radio-systeemstatus, instellingen en waarschuwingen Internationale, Canadese of Amerikaanse frequentieband Breedtegraad Lengtegraad Tijd Snelheid over de grond (SOG) of koers over de grond (COG) Afhankelijk van uw huidige activiteit veranderen de functies van de schermknoppen Werkkanaal De breedtegraad, lengtegraad en tijd verschijnen wanneer de marifoon een GPS-signaal heeft ontvangen. U kunt gegevens handmatig invoeren wanneer de marifoon geen GPS-signaal heeft.
Systeemstatuspictogrammen Pictogram Status Een inkomend signaal ontvangen Uitzenden Uitzenden op 25 W Uitzenden op 1 W Opgeslagen kanaal Modus voor lokale ontvangst, vaak gebruikt in gebieden met interferentie op de marifoonfre quentie (zoals havens) ATIS ingeschakeld Positietracering ingeschakeld Automatische kanaalwisseling uitgeschakeld Inkomende of gemiste DSC-oproep Weeralarmen ingeschakeld GPS-signaal gevonden...
Een frequentieband selecteren U kunt schakelen tussen de Amerikaanse, internationale en Canadese frequentiebanden (Kanalenlijst, pagina 26). OPMERKING: Niet alle frequentiebanden zijn beschikbaar op alle modellen. 1 Selecteer MENU > KANAAL > FREQUENTIEBAND. 2 Selecteer een frequentieband. Een kanaal selecteren U kunt een internationaal, Canadees of Amerikaans kanaal selecteren (Een frequentieband selecteren, pagina Selecteer een optie:...
Kanalen scannen en opslaan Alle kanalen scannen Als u kanalen scant, zoekt de marifoon naar kanalen die uitzenden. Als er op een kanaal wordt uitgezonden, stopt de marifoon bij dat kanaal tot de uitzending wordt beëindigd. Na vier seconden inactiviteit op een kanaal hervat de marifoon het scannen.
Opgeslagen kanalen scannen U kunt alleen de kanalen scannen die u hebt opgeslagen. Als er op een opgeslagen kanaal wordt uitgezonden, stopt de marifoon bij dat kanaal tot de uitzending wordt beëindigd. Na vier seconden inactiviteit op een kanaal hervat de marifoon het scannen. OPMERKING: Als u ATIS (Automatic Transmitter Identification System, pagina 22) inschakelt, zal de radio geen...
Overschakelen naar prioriteitskanalen U kunt snel schakelen tussen uw huidige actieve kanaal en een prioriteitskanaal. Als u overschakelt naar een prioriteitskanaal, wordt het zendvermogen automatisch ingesteld op hoog (25 W) en als u weer terugschakelt naar uw huidige kanaal, wordt de zendvermogeninstelling hersteld. Op Noord-Amerikaanse modellen kunt u snel schakelen tussen kanaal 16, uw tweede-prioriteitskanaal en uw oorspronkelijke kanaal met de knop 16/9.
De megafoon gebruiken Voordat u de megafoonfunctie kunt gebruiken, moet u een megafoonhoorn installeren op het dek of de toren van de boot (optioneel). Zie voor meer informatie de installatie-instructies. Met de scheepsmegafoon kunt u aan boord of naar de kust mededelingen omroepen. De megafoon biedt ook de mogelijkheid van tweewegscommunicatie tussen verbonden marifoons.
De geluidsfrequentie van de misthoorn afstellen U kunt de geluidsfrequentie van de misthoorn verhogen of verlagen. De hoogte van de toon stijgt bij een verhoging van de frequentie en daalt bij een verlaging van de frequentie. De minimale instelling is 200 Hz en de maximale instelling is 850 Hz.
Uw MMSI-nummer invoeren LET OP U kunt uw MMSI-nummer slechts één keer invoeren. Als u uw MMSI-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet u de marifoon naar de Garmin dealer brengen voor herprogrammering. ® Het MMSI-nummer (Mobile Marine Safety Identity) is een negencijferige code die fungeert als een DSC- identificatienummer en is vereist om de DSC-functies van de marifoon te kunnen gebruiken.
Noodoproepen Als u een noodoproep plaatst, wordt deze verzonden naar alle DSC-compatibele marifoons binnen het ontvangstbereik. Uw huidige GPS-positie (lengte- en breedtegraad) en de huidige tijd worden in de verzending meegenomen als een GPS-toestel op uw zendontvanger is aangesloten. Als u uw positiegegevens en de tijd handmatig hebt ingevuld, wordt die informatie verzonden met de oproep.
Wachten op een bevestiging voor een noodoproep en deze bevestiging ontvangen Als de marifoon geen bevestiging ontvangt voor een noodoproep, wordt de noodoproep nogmaals verzonden op enig moment tussen 3,5 en 4,5 minuten later en wordt dit op willekeurige intervallen herhaald tot de marifoon een bevestiging ontvangt.
Gesprekken plaatsen Individuele oproepen plaatsen 1 Selecteer DSC > INDIVIDUEEL. 2 Selecteer een optie: • Selecteer HANDMATIG om het MMSI-nummer handmatig in te voeren, voer het MMSI-nummer in en selecteer ACCEPTEER. • Selecteer DIRECTORY om een item te selecteren in de schepenlijst en selecteer een item. •...
De positie van een vaartuig opvragen Positiegegevens die worden ontvangen van stations die reageren op positieaanvraagoproepen, worden verzonden via het NMEA netwerk. U kunt de vaartuigen volgen op uw Garmin kaartplotter. ® 1 Selecteer DSC > POS. VERZOEK. 2 Selecteer een optie: •...
Spoed- en veiligheidsoproepen aan alle schepen ontvangen Wanneer u een spoed- of veiligheidsoproep aan alle schepen ontvangt, wordt op het scherm ALLE SCHEPEN en als type oproep URGENTIE of VEILIGHEID weergegeven. Als de kanaalaanvraag voor een ongeldig kanaal is, wordt ONGELDIGE KANAALAANVRAAG weergegeven op het scherm. OPMERKING: Wanneer een oproep aan alle schepen wordt ontvangen, schakelt de marifoon na tien seconden automatisch naar het gevraagde kanaal.
Als u de functie voor positie bijhouden inschakelt, verzendt de marifoon met regelmatige tussenpozen positieaanvragen om de positie van maximaal drie vaartuigen bij te houden. De marifoon verzendt ontvangen positiegegevens via het NMEA netwerk en u kunt de vaartuigen volgen met de Garmin kaartplotter (DSC NMEA uitzendingen configureren, pagina 24).
Een vaartuig verwijderen uit de lijst met bijgehouden posities Vaartuigen die u niet meer wilt volgen, kunt u verwijderen uit de lijst met vaartuigen waarvan u de positie bijhoudt. 1 Selecteer DSC > POS. VOLGEN > WIS. 2 Selecteer een schip. 3 Selecteer JA.
Een oproep plaatsen vanuit een oproeplog Oproepen die worden geplaatst vanuit het oproeplog, worden geplaatst als persoonlijke standaardoproepen. 1 Selecteer DSC > OPROEPLOG. 2 Selecteer een type oproeplog. 3 Selecteer het MMSI-nummer of de stationsnaam. 4 Selecteer OPROEP. 5 Selecteer een kanaal waarop u de oproep wilt verzenden (Kanalenlijst, pagina 26).
Een item uit de schepenlijst verwijderen 1 Selecteer DSC > DIRECTORY > WIS. 2 Selecteer een item. 3 Selecteer JA. Een groep toevoegen Een DSC-groep is een verzameling specifieke vaartuigen, bijvoorbeeld een zeilclub of een vloot, met een gemeenschappelijk MMSI-nummer. 1 Selecteer DSC >...
ATIS (Automatic Transmitter Identification System) is een vaartuigidentificatiesysteem dat op bepaalde waterwegen in een aantal Europese landen wordt gebruikt. Neem contact op met uw Garmin dealer om uw VHF-marifoon te programmeren als u van plan bent de marifoon te gebruiken op waterwegen die binnen de grenzen van de Regional Arrangement Concerning the Radiotelephone Service on Inland Waterways (de Basel- overeenkomst) vallen.
U kunt uw ATIS-identificatienummer maar eenmaal invoeren. Als u uw ATIS-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet u de marifoon naar de Garmin dealer brengen voor herprogrammering. OPMERKING: U kunt toegang krijgen tot de ATIS-instellingen op de marifoon nadat de ATIS-functie is geactiveerd door uw Garmin dealer.
OPMERKING: Mogelijk moet u de software van uw Garmin kaartplotter upgraden om NMEA 0183 of NMEA 2000 functies te gebruiken. Als u de marifoon aansluit op een Garmin kaartplotter via NMEA 0183 of NMEA 2000, houdt de kaartplotter de huidige en eerdere posities van de contacten in de schepenlijst bij.
Systeeminstellingen Selecteer MENU > SYSTEEM. SCHERM: Hiermee stelt u de schermverlichting en het contrastniveau in. ZOEMER: Hiermee stelt u het volume in of schakelt u de pieptoon uit die klinkt als u op een knop drukt of aan een knop draait. AUTOM.
Een frequentieband selecteren U kunt schakelen tussen de Amerikaanse, internationale en Canadese frequentiebanden (Kanalenlijst, pagina 26). OPMERKING: Niet alle frequentiebanden zijn beschikbaar op alle modellen. 1 Selecteer MENU > KANAAL > FREQUENTIEBAND. 2 Selecteer een frequentieband. Een kanaalnaam wijzigen De kanaalnamen verschijnen op het startscherm en bestaan uit negen tekens. Als een kanaalnaam langer is dan negen tekens, schuift de volledige naam over de bovenkant van het scherm, waarna de verkorte naam wordt weergegeven.
Impedantie scheepsmegafoon 4 Ohm NMEA 2000 LEN bij 9,0 V gelijkstroom 1 (50 mA) Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. Appendix...