K
OELMIDDELLEIDINGEN
■
Lokale leidingen kunnen in vier richtingen worden geïnstalleerd.
1
2
3
4
4
Afbeelding - Lokale leidingen in vier richtingen
1
Boor
2
Middendeel rond doorsteekgat
3
Doorsteekgat
4
Opening
5
Aansluitleiding
6
Onderste frame
7
Voorplaat
■
Wanneer u twee gleuven uitsnijdt, kunt u de installatie uitvoeren
zoals afgebeeld in
afbeelding "Lokale leidingen in vier
richtingen".
(Breng de openingen aan met een metaalzaag.)
■
Om de aansluitleiding naar beneden te monteren, moet u met
een boor van
6 mm een gat maken in het middelste deel rond
Ø
het doorsteekgat. (Raadpleeg
vier
richtingen".)
■
Na het maken van het doorsteekgat brengt u best reparatieverf
aan op de rand en de uiteinden om roest te voorkomen.
Binnendringende vreemde voorwerpen voorkomen
Dicht de doorvoeropeningen van de leiding af met stopverf of isolatie-
materiaal (lokaal aan te schaffen), zoals afgebeeld.
1
Insecten of kleine dieren die in de buitenunit binnendringen kunnen
een kortsluiting veroorzaken in de elektriciteitskast.
Waarschuwingen bij het omgaan met de afsluiter
■
De afsluiters voor de binnen-buiten-aansluitleidingen zijn
gesloten bij de verzending in de fabriek.
Zorg dat het ventiel open blijft staan wanneer het
systeem in bedrijf is.
De namen van de onderdelen van de afsluiter vindt u terug in de
afbeelding.
1
2
3
4
AZQS71A2V1B + AZQS100~140A7V1B + AZQS100~140A7W1B
Split-systeem airconditioners
4PW68422-1 – 03.2011
7
8
9
10
5
6
A
D
8
Leidinguitlaatplaat
9
Schroef voorplaat
10 Schroef leidinguitlaatplaat
A
Voor
B
Achter
C
Zijkant
D
Beneden
afbeelding "Lokale leidingen in
1
Stopverf of isolatiemateriaal
(lokale levering)
1
Servicepoort
2
Afsluitklep
3
Aansluiting lokale leiding
4
Klepdeksel
■
Aangezien u de zijkanten kunt beschadigen wanneer u de flare-
moeren met alleen een momentsleutel los- of vastdraait, moet u
de afsluitklep altijd eerst met een sleutel blokkeren en dan pas
met een momentsleutel werken.
Zet de sleutels niet op het klepdeksel.
B
C
1
Moersleutel
2
Momentsleutel
Wanneer u te vast aandraait, kan het oppervlak van de
binnenste afsluiter vervormd geraken, zodat gas in de afsluiter
gaat lekken en na verloop van tijd de flaremoer barst.
Oefen geen kracht uit op het klepdeksel om geen koelmiddellek
te veroorzaken.
■
Voor koelen bij lage omgevingstemperaturen of een andere
werking bij lage druk moet u afdichten met siliconen of iets
dergelijks om te voorkomen dat de flaremoer van de gasafsluiter
gaat bevriezen (zie afbeelding). Een bevroren flaremoer kan een
koelmiddellek veroorzaken.
Gebruik van de afsluitklep
Gebruik een zeskantsleutel van 4 mm en van 6 mm.
■
De klep openen
1.
Plaats de zeskantsleutel op de klepstang en draai naar links.
2.
Stop wanneer de klepstang niet verder draait. De klep is nu
open.
■
De klep sluiten
1.
Plaats de zeskantsleutel op de klepstang en draai naar rechts.
2.
Stop wanneer de klepstang niet verder draait. De klep is nu
dicht.
B
A
Waarschuwingen bij het omgaan met het klepdeksel
■
Het klepdeksel is verzegeld op de plaats die door de pijl wordt
aangegeven.
Raadpleeg de afbeelding.
Zorg dat u het niet beschadigt.
■
Draai het klepdeksel goed vast nadat u de afsluiter hebt
gebruikt.
Vloeistofleiding
Gasleiding
■
Ga na het sluiten van het deksel na of er koelgaslekkage voorkomt.
2
Siliconenafdichting
(Zorg ervoor dat er geen
openingen blijven)
Sluitrichting
A
Vloeistofzijde
B
Gaszijde
Draaimoment
13,5~16,5 N•m
22,5~27,5 N•m
Montagehandleiding
6