Montage
8 Voorwaarden
8.1 Opstellingsruimte
De opstellingsruimte moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
– Droge, goed geventileerde ruimte
– Geen bedrijfsruimte (bijv� cv- of natte ruimte)
– Plaats het apparaat op een schone, vlakke
en voldoende stabiele ondergrond (let op het
gewicht van het apparaat)�
– De contactdoos moet goed toegankelijk zijn�
– De typeplaat van het apparaat moet goed
leesbaar zijn (ook in ingebouwde toestand)�
– Het apparaat moet goed toegankelijk zijn voor
bediening en onderhoud�
– Bij ingebouwde apparaten moeten de aan-
sluitklemmen bij het afnemen/openen van de
toegang tot de behuizing goed bereikbaar zijn�
– Houd voldoende afstand aan tot de wand
(minimaal 30 mm tot 40 mm)�
30
40
0678106020L14 1411V003
De lucht wordt bij het aanzuigen gefil-
terd� De luchtsamenstelling wordt daar-
bij niet veranderd� Houd daarom de
aangezogen lucht vrij van schadelijke
stoffen (bijvoorbeeld geen lucht uit een
parkeergarage of direct naast een zuig-
machine aanzuigen)�
ATTENTIE
Gevaar voor oververhitting door on-
voldoende ventilatie
Het apparaat genereert warmte� Schade
door hitte en/of bekorten van de levens-
duur van het apparaat mogelijk�
• Apparaat niet afdekken�
• Lucht moet ongehinderd kunnen toe-
• Be- en ontluchtingsopeningen moeten
• Bij ingebouwde apparaten kan in on-
8.2 Trillingsdemping tussen com-
30
pressoraggregaat en tank
De apparaten genereren trillingen� Voor het
dempen van deze trillingen moeten geschikte
trillingsdempers worden gebruikt�
VOORZICHTIG
Starre verbindingen kunnen de ap-
paraten of de installatie, waarin de
apparaten zijn ingebouwd, bescha-
digen.
• Gebruik geen starre verbindingsleidin-
8.3 Inbouwpositie en bevestiging
Apparaten zo mogelijk horizontaal inbouwen�
40
Andere inbouwposities vooraf met Dürr Technik
bespreken�
en wegstromen�
voldoende groot zijn�
gunstige omstandigheden een externe
beluchting nodig zijn�
gen tussen de apparaten en de instal-
latie�
NL
21