tams elektronik
Optionele aansluitingen
Kortsluitende terugmeldleiding: De terugmelding geschiedt DCC-conform naar de DCC-
boosteraansluiting van de digitale centrale (of via een externe booster naar de centrale). Bij
centrales of boosters die niet over een DCC-conforme boosteraansluiting beschikken, kan
de terugmeldleiding voor kortsluiting niet worden aangesloten.
Externe noodstopknop: Met de knop wordt de stroom voor alle secties tegelijk
uitgeschakeld. Met de juiste instelling kan de toets ook worden gebruikt om de stroom weer
in te schakelen (b.v. na kortsluiting).
Instelmogelijkheden
Door jumpers (kortsluit jumpers) op de 2x4-polige penconnectoren te steken, kan het
volgende worden ingesteld
het aantal actieve secties (2 of 3)
de maximale stroom in de secties (2 A of 3 A). De instelling gebeurt afzonderlijk voor elke
boostersectie.
Verdere instellingen worden gemaakt met behulp van de hoofdspoorprogrammering (POM):
Wisseladressen voor het afzonderlijk in- en uitschakelen van de twee of drie boostersecties
met DCC-wisselinstelcommando's.
Wisseladres voor het in- en uitschakelen van de watchdog met DCC wisselinstelcommando's
Kortsluitingsgevoeligheid: instelling in stappen van 50 ms (50...350 ms)
Herstarttijd na een kortsluiting: instelling in stappen van 1 s (4...9 s)
Gebruik van de noodstopknop voor herstarten na een kortsluiting
Gedrag in geval van kortsluiting: alle strengen of alleen de getroffen streng uitschakelen
Max. duur van de inschakelstroom ("inrush-duur"): instelling in stappen van 50 ms
(300...500 ms)
Opmerking: Bij centralen die geen POM-programmering ondersteunen, kunnen de instellingen
niet worden gewijzigd. Fabrieksinstellingen (standaardwaarden) → hfst. 4.2.
LED-weergave van de bedrijfsstatus
LED's geven de bedrijfsstatus van de afzonderlijke (actieve) strengen aan:
Streng aan / uit
Kortsluiting in de aangesloten boostersectie
Noodstopknop ingedrukt
Power-Splitter
Uw Power-Splitter | 7