1 WERKING
Warmtewisselaar en brander
De brander is onder de koperen warmtewisselaar
gemonteerd.
Het brandervermogen wordt geregeld door een
combinatie van een 3 traps regeling en modulatie.
Met behulp van magneetkleppen kunnen delen van
het branderbed stapsgewijs worden uitgeschakeld,
op het ingeschakelde deel wordt gemoduleerd.
Regeling
De debietsensor (1) signaleert of er water door het
toestel stroomt. Wanneer het waterdebiet meer dan
2,4 l/min is wordt de ventilator (2) gestart en openen
de hoofdgasklep (3), modulerende gasklep (4) en de
benodigde magneetkleppen (5), waarna de brander
wordt ontstoken.
Het brandervermogen wordt op basis van de
warmtewisselaarsensor (6) en de debietsensor (1)
geregeld.
Als de warmwatertemperatuur dreigt te dalen omdat
het waterdebiet te hoog wordt, dan smoort de
debietregelklep (7) de doorstroming zodat de
ingestelde temperatuur gewaarborgd blijft.
Indien de warmwatertemperatuur onder de 55°C
wordt ingesteld, dan wordt het water in de
warmtewisselaar tot 60°C verwarmd om condensatie
binnen deze koperen wisselaar te voorkomen. Via de
bypassleiding wordt dan het warme water uit de
warmtewisselaar terug gemengd naar de ingestelde
temperatuur. Deze temperatuur wordt geregeld met
behulp van de watertemperatuursensor (8) en de
bypassklep (9).
Beveiliging
A. Ionisatie-elektrode, minimale stroom 1A
B. Maximaal
watertemperatuur van 97°C
C. Bewaking ventilatortoerental en ventilatorstroom
D. Thermische
warmtewarmtewisselaar, grijpt in bij 129°C
E. Overspanningsbeveiliging,
elektrisch circuit
F. Interne
elektrische elementen
1
beveiliging,
grijpt
in
zekering,
gewikkeld
beveiliging
vorstbeveiliging,
beveiliging
bij
een
om
de
van
met