7 STORINGSMELDINGEN
In geval zich een storing voordoet en er is een afstandsbediening aangesloten dan verschijnt in het display van de
afstandsbediening een knipperend code, onderstaande tabel geeft de betekenis van de verschillende codes.
De storingscode wordt opgeheven als de doorstroming door het toestel stopt, sluit daartoe de warmwaterkranen en schakel een
eventueel aanwezige circulatiepomp uit. Als dit niet werkt schakel dan de afstandsbediening uit met de On/Off toets, of schakel
de spanning uit en weer in.
Code
Omschrijving
-
Geen uitlezing op display, toestel komt
niet in bedrijf.
-
Uitlezing op display, maar toestel komt
niet in bedrijf
-
Uitlezing op display, maar circulatieleiding
of voorraadvat komt niet op temperatuur
03
Spanningsonderbreking tijdens bedrijf
10
Ventilatorstroom te hoog
11
Geen vlamsignaal binnen ontstekingsfase
12
Verlies vlamsignaal tijdens branderbedrijf
14
Ingrijpen maximaal beveiliging of
thermische zekering
16
Uitgaande temperatuur stijgt te ver boven
gewenste waarde
32
Watertemperatuursensor fout
33
Warmtewisselaarsensor fout
34
Luchttemperatuursensor fout
52
Modulerende gasklep defect
61
Ventilator defect
65
Waterdebiet regelaar defect
71
Fout in gasklep circuit
72
Fout ionisatie(vlam)signaal
LC (00)
Kalkafzetting in warmtewisselaar
* In hoofdstuk 6 zijn voor diverse onderdelen spanning en weerstand terug te vinden indien controle hiervan gewenst is.
Mogelijke oorzaak, handelingen *
- Zorg ervoor dat er geen doorstroming door het toestel is en schakel
de elektrische voeding opnieuw in.
- Controleer de zekeringen
- Controleer de overspanningsbeveiliging
- Controleer het filter in de koudwateraansluiting
- Controleer de debietsensor
- Controleer het filter in de koudwateraansluiting
- Controleer de debietsensor
- Controleer het filter in de koudwateraansluiting
- Controleer de circulatiepomp in het systeem
- Controleer de debietsensor
- Zorg ervoor dat er geen doorstroming door het toestel is en schakel
de afstandsbediening uit en opnieuw in.
- Controleer rookgasafvoer en luchttoevoer op verstopping
- Controleer ventilator
- Geen gastoevoer of te lage gasvoordruk
- Controleer positie DIP schakelaar "gassoort" (hoofdstuk 3)
- Controleer ionisatie- en ontstekingselektrode
- Controleer de aardingskabels
- Controleer ontstekingstrafo
- Controleer gaskleppen
- Controleer gasvoordruk
- Controleer positie DIP schakelaar "gassoort" (hoofdstuk 3)
- Controleer de branderdruk op vollast en laaglast (hoofdstuk 4)
- Controleer op recirculatie rookgassen
- Controleer ionisatie-elektrode
- Controleer de aardingskabels
- Controleer brander en warmtewisselaar op vervuiling
- Controleer afstandsbediening
- Controleer het thermisch beveiligingscircuit
- Controleer positie DIP schakelaars "gassoort" (hoofdstuk 3)
- Controleer positie DIP schakelaars "vollast" (zie hoofdstuk 4)
- Controleer de branderdruk (zie hoofdstuk 4)
- Controleer bypassklep
- Kalkafzetting in warmtewisselaar
- Controleer positie DIP schakelaars "gassoort" (hoofdstuk 3)
- Controleer positie DIP schakelaars "vollast" (zie hoofdstuk 4)
- Controleer de branderdruk (zie hoofdstuk 4)
- Controleer debietsensor
- Controleer debietregelklep
- Controleer warmtewisselaarsensor
- Controleer watertemperatuursensor
- Controleer watertemperatuursensor
- Controleer bedrading en stekkers naar sensor
- Controleer warmtewisselaarsensor
- Controleer bedrading en stekkers naar sensor
- Controleer luchttemperatuursensor
- Controleer bedrading en stekkers naar sensor
- Controleer modulerende gasklep
- Controleer ventilator
- Controleer debietregelklep
- Controleer gaskleppen
- Controleer debietregelklep en bypassklep
- Controleer ionisatie-elektrode
- Reinig de warmtewisselaar
8