[BIJSNIJD.]
Een beeld vergroten en bijwerken.
Op [
] drukken om het [AFSPELEN]
MENU
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen.
U kunt eerst uitvergroten en dan een
belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Druk op 2/1 om de opname te
selecteren en druk op 4.
• De volgende opnamen kunnen niet
bijgewerkt worden.
– Bewegende beelden
– Beelden met geluid
– Beelden met weergave van de [TEKST
AFDR.]
2 Vergroot of verklein delen die u wil
bewerken met de zoomhendel.
3 Druk op 3/4/2/1 om de positie
van het gedeelte dat u wilt
bewerken te verplaatsen.
4 Op de ontspanknop drukken.
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN ?]
verschijnt.
Geavanceerd (Terugspelen)
(P100)
5 Druk op 3/4 om [JA] of [NEE] te
selecteren en druk op [MENU/SET].
• Het beeld wordt overschreven wanneer u
[JA] kiest. De bijgewerkte opnamen
kunnen niet teruggebracht worden naar
hun originele staat wanneer ze
overschreven worden.
• Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw
aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de oorspronkelijke opname beveiligd
is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE]
en maak een nieuwe bewerkte opname.
6 Twee keer op [MENU/SET] drukken
om het menu te sluiten.
• De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld
zou kleiner kunnen worden dan die van het
origineel afhankelijk van de snijgrootte.
• De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld
zal slechter worden.
• Opnamen die met andere apparatuur
opgenomen zijn kunnen wellicht niet
bijgewerkt worden.
- 119 -
MENU
/SET