Zo droogt u goed
Alleen drogen
U kiest de functie "Alleen drogen" als
de hoeveelheid gewassen textiel de
maximale beladingscapaciteit voor
het drogen overschrijdt of als er stuk-
ken wasgoed tussen zitten die niet in
de automaat mogen worden ge-
droogd.
Tips voor het drogen van textiel
Droog geen textiel dat nog druipnat
is.
Centrifugeer het wasgoed na het
wassen minstens nog 30 seconden.
– Wol en wolmengweefsels hebben de
neiging te vervilten en te krimpen.
Droog deze soorten textiel alleen in
het speciale programma Wol.
– Dons heeft afhankelijk van de kwali-
teit de neiging om te krimpen.
Droog textiel met dons daarom al-
leen in het speciale programma Licht
strijken.
– Droog zuiver linnen alleen in de auto-
maat als dat volgens het etiket ge-
oorloofd is.
Het kan nl. ruw worden.
– T-shirts en ondergoed krimpen vaak
wanneer ze voor het eerst worden
gewassen.
Droog ze dus niet te lang en te heet
om te voorkomen dat ze nog verder
krimpen. Koop dit soort textiel even-
tueel één of twee maten te groot.
36
– Gesteven wasgoed kunt u in de au-
tomaat drogen.
Doseer echter vóórdat u gaat was-
sen de dubbele hoeveelheid stijfsel
voor hetzelfde effect.
– Droog nieuw, gekleurd textiel niet sa-
men met lichtgekleurd wasgoed.
Doet u dat wel, dan kan het nieuwe
wasgoed afgeven op het lichtge-
kleurde textiel en op kunststof onder-
delen van de droger.
A Sorteer het wasgoed
^ Sorteer het wasgoed zoveel mogelijk
naar textielsoort en restvocht.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogre-
sultaat.
^ Sorteer het wasgoed tevens naar de
symbolen in het onderhoudsetiket.
q Drogen op een normale temperatuur
r Drogen op een lage temperatuur
(Kies de extra functie Temperatuur
laag.)
s Niet geschikt om in de automaat te
worden gedroogd
Wanneer er geen symbool in het etiket
staat, gebruik dan een programma dat
speciaal op het te drogen wasgoed is
afgestemd.