Bediening
Bediening van de HVLP
OPMERKING: Voor HVLP-spuiten mag de druk van de
vernevelingslucht niet boven 0,7 bar (10 psi) uitkomen.
Controleer de druk van de lucht met de
HVLP-verificatieset 24C788.
OPMERKING: Bij gebruik van RAC-tips en kappen kan
de ventilator niet worden bijgesteld.
Materiaaltoepassingen
Houd het pistool altijd loodrecht ten opzichte van het
oppervlak. Spuit niet in een boog, omdat daardoor een
ongelijkmatige dekking ontstaat. Zie F
ONJUIST
F
. 15
IG
12
1. Voor de beste resultaten bij het aanbrengen van het
2. Werk in ruime, gelijkmatige stroken over het object,
3. Spuit met regelmatige slagen. Dit spuitpistool brengt
. 15.
IG
TI6561A
materiaal houdt u het pistool loodrecht op het
oppervlak en op een constante afstand van 8 tot
12 inch (200 tot 300 mm) van het te spuiten object.
met een overlapping van 50%, zodat u een
gelijkmatige aflaklaag krijgt.
alle coatings gelijkmatig aan zonder kruiselings te
spuiten.
JUIST
TI6562A
3A0446B