Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoe Werkt Het Air-Assisted Spuitpistool; Het Spuitpatroon Af- En Bijstellen - Graco G15 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor G15:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoe werkt het air-assisted
spuitpistool
Het air-assisted spuitpistool combineert de principes
van airless en luchtgedreven spuit principes. De spuittip
vormt het materiaal in een spuitpatroon, net als een
conventionele tip voor Airless spuiten. Lucht uit de
luchtkap verstuift het materiaal nog fijner, zodat een
gelijkmatiger patroon ontstaat. De breedte van het
patroon kan worden bijgesteld met de patroonafstelklep.
Het verschil tussen een air-assisted spuitpistool en een
luchtspuitpistool: als bij een air-assisted spuitpistool de
lucht voor het patroon wordt opgevoerd, wordt de
patroonbreedte kleiner. Om de patroonbreedte te ver-
groten gebruikt u minder patroonlucht of een groter for-
maat spuittip.
Het spuitpistool is voorzien van een in- en
uitschakelvertraging. Bij het overhalen van de trekker
begint eerst de lucht te stromen, en daarna het
materiaal. Wordt de trekker losgelaten, dan stopt eerst
het materiaal en dan pas de luchtstroom. Dit helpt om
een goede verstuiving te krijgen, en voorkomt dat zich
materiaal zou ophopen op de luchtkap.

Het spuitpatroon af- en bijstellen

Om het gevaar op scheuren van componenten en
ernstig letsel te verminderen, mag de maximale
materiaalwerkdruk van het pistool of de maximum
werkdruk van het onderdeel met de laagste drukwaarde
in het systeem niet worden overschreden.
1. Draai de luchttoevoer van het pistool nog niet open.
Zet de materiaaldruk op een lage startdruk. Als er
een materiaaldrukregelaar is geïnstalleerd, gebruik
deze dan voor het af- en bijstellen.
Als uw systeem geen materiaalregelaar heeft, dan
wordt de materiaaldruk geregeld door de
luchtregelaar van de aanvoerpomp op basis van
onderstaande formule:
Pomp
Overbrengings-
verhouding
2. Druk de trekker van het pistool in om de verneveling
te controleren; let nog niet op de vorm van het
patroon.
3. Verhoog langzaam de materiaaldruk net tot het punt
waarop verdere toename van de materiaaldruk de
verneveling van het materiaal niet significant
verbetert. Zie het onderstaande voorbeeld.
3A0446B
x Instelling luchtre-
= Materi-
gelaar pomp
4. Sluit de lucht voor de afstelling van het patroon af
door de knop rechtsom (naar binnen) te draaien. Zie
F
. 13. Hiermee stelt u het pistool af op het
IG
breedste patroon.
OPEN
F
. 13
IG
5. Stel de luchtdruk voor de verneveling in op onge-
veer 5 psi (3,5 kPa, 0,35 bar) bij het indrukken van
de trekker. Controleer het spuitpatroon en verhoog
vervolgens de luchtdruk tot het achteraankomende
materiaal volledig vernevelt en in het spuitpatroon
wordt getrokken. Zie F
zeven tot 10 psi (4,9 tot 7,0 kPa, 0,49 tot 0,7 bar) is
meestal genoeg voor het vernevelen van de slier-
ten, vooral bij weinig viskeuze materialen. Als u de
luchtdruk te hoog instelt, ontstaat materiaalaanslag
op de luchtkap en vermindert het spuitrendement.
Ga niet verder dan een luchtdruk van 100 psi
(0,7 MPa, 7 bar) naar het pistool.
Draai voor een smaller patroon de knop voor het
afstellen van het patroon linksom (naar buiten). Zie
F
. 13. Wordt het patroon nog niet smal genoeg,
IG
verhoog dan de luchtdruk iets, of gebruik een
andere maat tip. (niet verkrijgbaar voor pistolen met
een RAC-tip.)
aal
Druk
Geen
lucht
F
. 14
IG
. 14. Een luchtdruk van
IG
Te weinig
Juiste hoeveelheid
lucht
lucht
Bediening
DICHT
TI6559A
TI0792A
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

G40G40 met rac-tip

Inhoudsopgave