Handmatige airconditioning*
De bedieningselementen van de
handmatige airconditioning
Luchttemperatuur kiezen/
airconditioning inschakelen (A)
Ventilatie instellen/
achterruitverwarming inschakelen (B)
Luchtverdeling instellen (C)
Schakelaar voor buitenlucht/circula
tielucht (D)
104
Wisselende omstandigheden
Airconditioning in /uitschakelen
Druk eenmaal op de draaischakelaar
(A).
> De airconditioning is ingeschakeld.
> Het controlelampje in de draaischa
kelaar brandt.
Druk opnieuw op de draaischakelaar
(A).
> De airconditioning is uitgescha
keld.
> Het controlelampje in de draaischa
kelaar gaat uit.
>Opmerking!
Wanneer het contact of de ventilatie op
nieuw wordt ingeschakeld wordt ook de
airconditioning opnieuw ingeschakeld.
U kunt de airconditioning altijd inge
schakeld laten, omdat het vermogen auto
matisch, afhankelijk van de
buitentemperatuur, geregeld wordt.
Temperatuur verhogen/verlagen
Draai de draaischakelaar naar rechts
of links.
> De temperatuur wordt hoger of lager.
>Opmerking!
U krijgt de beste verwarming, wanneer u
de airconditioning op de maximale tem
peratuur en de ventilator op stand 3 in
stelt.