2. Uitlijnen met de SHAFTALIGN
2.1. Opstelling
In de meeste gevallen maakt u gebruik van de standaard kettingbeugels, zij bieden de meeste
stabiliteit. Extra smalle- en magneetbeugels gebruikt u alleen als het niet anders kan.
1. Kies stangen die lang genoeg zijn om de laserstraal over de koppeling te laten schijnen (bij
grote koppelingen kunt u handig gebruik maken van de boutgaten).
2. Bevestig de stangen met de inbusbouten aan de zijkant van de beugel.
3. Plaats de beugel op de as (of op de koppelingsflens), steek de ketting door de opening
tussen de beugellichaam en de pen (als de asdiameter groter is dan de breedte van de
beugel kunt u de ketting langs de buitenkant aan de pen vasthaken).
4. Draai de bevestigingsmoer stevig aan en controleer of er geen speling is.
5. Schuif het meetsysteem over de stangen en draai de gele bouten aan.
OS3
4