3. Plaats de rechtse bovenbuis op het uiteinde van de
rechtse onderbuis (Figuur 3).
Figuur 3
1. Bovenbuis
4. Plaats de linkse bovenbuis op het uiteinde van de linkse
onderbuis (Figuur 3).
5. Druk de bovenste buizen samen en beweeg deze naar
beneden totdat de montagegaten in de boven- en
onderbuizen recht tegenover elkaar staan (Figuur 3).
6. Plaats de bevestigingsplaat op de buizen (Figuur 4).
Figuur 4
1. Bevestigingsplaat
2. Scherm
7. Houd de gaten in de bevestigingsplaat recht tegenover
de gaten in de boven- en onderbuizen.
8. Steek het uiteinde van de krukas van de afvoer door
het gat in het scherm.
9. Draai langzaam aan de stang van de krukas totdat het
platte uiteinde in de gleuf in de overbrenging valt. Druk
vervolgens de krukas stevig in de overbrenging totdat
die vastklikt (Figuur 4 en Figuur 5).
2. Onderbuis
3. Krukas van afvoer
4. Overbrenging
Figuur 5
1. Krukas van afvoer
10. Zet de boven – en onderbuizen vast aan de
bevestigingsplaat met 2 machineschroeven en 2
borgmoeren.
Opmerking: Zorg ervoor dat de schroefkoppen op
de buitenkant van de bevestigingsplaat zitten. Pas op
dat u de elektrische bedrading niet beschadigt als u de
schroeven indraait. Als de bedrading de gaten blokkeert,
moet u de draden met een stompe drevel (1/8 inch)
voorzichtig langs de gaten leiden.
2. Afvoer monteren
1. Plaats de geleider op de afvoer en houd de montagegaten
recht tegenover elkaar (Figuur 6).
Figuur 6
1. Geleider van afvoer
2. Afvoertunnel
3. Rubberen ring (2)
2. Houd de gaten recht tegenover elkaar en plaats aan
beide zijde een rubberen ring tussen de geleider en de
afvoer (Figuur 6).
3. Bevestig de geleider aan de afvoer met 2 rijtuigbouten,
2 metalen ringen en 2 borgmoeren.
5
2. Overbrenging van krukas
van afvoer
4. Rijtuigschroef (2)
5. Metalen ring (2)
6. Borgmoer (2)