Opmerking: Zorg ervoor dat de vierkante kragen
op de rijtuigbouten gealigneerd zijn met het vierkant aan
de binnenkant van de afvoer. Plaats de metalen ringen
op de buitenkant van de geleider zoals wordt getoond
in Figuur 6. Draai de bouten niet te vast aan.
Algemeen overzicht
van de machine
Figuur 7
1. Bedieningsstang
2. Krukas van afvoer
3. Drijfriemkap
4. Rotor
Gebruiksaanwijzing
Voor ingebruikname
Om veilig en efficiënt met uw sneeuwruimer te werken,
dient u uitsluitend een snoer te gebruiken dat geschikt is
voor gebruik buitenshuis. Gebruik uitsluitend een 2,5 mm
verlengsnoer met een lengte van maximaal 25 m.
Contact met water kan een elektrische schok
veroorzaken die lichamelijk letsel of de dood tot
gevolg kan hebben.
Raak de stekker of de machine niet aan met natte
handen of als u in water staat.
Opmerking: Om de voorkomen dat het snoer losraakt
tijdens het gebruik, moet u dit vastbinden aan de lus in de
bovenste handgreep voordat u het snoer aansluit op de
sneeuwruimer (Figuur 8).
5. Afvoertunnel
6. Geleider van afvoer
7. Secundaire handgreep
Figuur 8
1. Verlengsnoer
Het elektriciteitssnoer kan beschadigd raken en een
schok of brand veroorzaken.
Controleer het snoer grondig voordat u de
sneeuwruimer gaat gebruiken. Als het snoer is
beschadigd, mag u de sneeuwruimer niet gebruiken.
Een beschadigd snoer moet u onmiddellijk repareren
of vervangen. Neem contact op met een erkende
Service Dealer als u hulp nodig heeft.
Starten en stoppen
1. Om de rotor te starten, drukt u op de bedieningsstang
(Figuur 9).
Figuur 9
1. Bedieningsstang
2. Om de rotor af te zetten, laat u de bedieningsstang los.
Tips voor bediening en gebruik
Als de sneeuwruimer tijdens het gebruik een
voorwerp raakt, bestaat de kans dat dit in de richting
van de gebruiker of de omstanders wordt geslingerd.
Hierdoor kan ernstig lichamelijk letsel ontstaan.
Zorg ervoor dat er zich in het werkgebied geen
voorwerpen bevinden die de rotorbladen kunnen
oppikken en wegwerpen.
6
2. Lus