Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Werking; Brandbeveiliging; Inbraakbeveiliging - Honeywell LynX Voice Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SYSTEEMOVERZICHT
SYSTEEMOVERZICHT
SYSTEEMOVERZICHT
SYSTEEMOVERZICHT

Algemene werking

Zones
De sensoren van uw systeem zijn ondergebracht in bepaalde "zones." Bijvoorbeeld, de sensor voor de
buitendeur kan ondergebracht zijn in zone 01, de sensoren op de ramen in de grote slaapkamer in zone
02 en ga zo maar door. Deze getallen komen in het display te staan indien een alarm- of
storingsituatie zich voordoet.

Brandbeveiliging

Het brandbeveiligingsgedeelte van uw beveiligingssysteem (indien in gebruik) is altijd actief en er
gaat een alarm af als er brand wordt opgemerkt. Zie Brandalarmsysteem voor belangrijke informatie
ten aanzien van brandbeveiliging, rookmelders en het uitstippelen van nooduitgangen voor het pand.

Inbraakbeveiliging

Uw systeem biedt twee inschakelmethoden: AANWEZIG en AFWEZIG. De AANWEZIG methode
beveiligt alleen de buitenkant van het pand zodat u zich binnenin het pand vrij kunt bewegen. De
AFWEZIG methode beveiligt het hele systeem. Beide methoden bieden een vertragingstijd bij
binnenkomst zodat u het pand kunt binnengaan zonder dat het alarm afgaat. Voor extra beveiliging
DIRECT
kunt u de inloopvertraging uitzetten als u het systeem inschakelt met de
toets in combinatie
met de gewenste inschakeltoets. Het systeem staat ook toe dat u, indien gewenst, bepaalde van te
voren geselecteerde zones kunt overbruggen voor het inschakelen van het systeem. Zie Overbruggen
Beveiligde Zones. Het systeem heeft ook een belfunctie, voor het attenderen van gebruikers bij het
openen van beveiligde deuren en ramen, als het systeem uitgeschakeld is.
U dient het inbraakbeveiligingsgedeelte van uw systeem in te schakelen voordat het inbraakpogingen
zal opmerken.
Voer, om het systeem in te schakelen, uw gebruikerscode in en druk dan op de
gewenste instelling (AANWEZIG of AFWEZIG). Zie Systeem Inschakelen voor gedetailleerde
procedures en informatie.
Gebruikerscodes
Ten tijden van de installatie wordt u een persoonlijke 4 cijferig gebruikers- of hoofdgebruikerscode
toegekend. U dient de gebruikerscode in te voeren bij het in- en uitschakelen van het systeem en bij
het uitvoeren van andere systeemfuncties. Als een extra veiligheidskenmerk, kunnen andere
gebruikers, die u code niet hoeven te kennen, tot 6 verschillende beveiligingscodes toegekend krijgen.
Zie Gebruikerscodes voor procedures voor het toevoegen van gebruikerscodes.
– 6 –

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave