FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599621-1A – 2020.10
VOORZICHTIG
▪
De installatie van het kanaal mag het instelbereik van de externe statische druk
voor de unit NIET overschrijden. Zie de technische datasheet van uw model voor
het instelbereik.
▪
Installeer het stoffen kanaal zodanig dat er GEEN trillingen worden overgebracht
op het kanaal of het plafond. Breng een geluidsisolerend materiaal
(insulatiemateriaal) aan rond de leiding en gebruik isolatierubbers voor de
ophangbouten.
▪
Zorg ervoor dat er bij het lassen GEEN spatten terechtkomen op de afvoerbak of
het luchtfilter.
▪
Als het metalen kanaal door een metalen lat, draadgaas of een metalen plaat van
de houten structuur gaat, moeten het kanaal en de muur elektrisch worden
geïsoleerd.
▪
Installeer het uitlaatrooster zodanig dat de luchtstroom NIET rechtstreeks in
contact komt met mensen.
▪
Gebruik geen aanjaagventilatoren in het kanaal. Gebruik de functie om de
instelling van de ventilatorsnelheid automatisch te veranderen (zie
4
instelling" [
De kanalen moeten lokaal worden voorzien.
1 Luchtinlaatzijde. Sluit de flens aan de inlaatkant (lokaal te voorzien) aan op de
binnenunit; gebruik hiervoor schroeven van de accessoires (zie tabel hierna).
Sluit het stoffen kanaal aan op de binnenkant van de flens aan de inlaatkant.
Sluit het kanaal aan op het stoffen kanaal.
10~32
16
2 Luchtuitlaatzijde. Sluit het stoffen kanaal aan op de binnenkant van de flens
aan de uitlaatkant. Sluit het kanaal aan op het stoffen kanaal.
a
d
e
f
a
Schroeven voor kanaalflenzen
Voor luchtinlaatzijde: accessoire
Voor luchtuitlaatzijde: op de unit
b
Flens
Voor luchtinlaatzijde: lokaal te voorzien
Voor luchtuitlaatzijde: op de unit
c
Binnenunit
d
Isolatie (lokaal te voorzien)
e
Stoffen kanaal (lokaal te voorzien)
f
Aluminiumtape (lokaal te voorzien)
3 Draai aluminiumtape rond de aansluiting van de flens met het kanaal aan
beide zijden. Controleer of er geen lucht ontsnapt aan de andere
aansluitingen.
4 Isoleer het kanaal om condensatie te voorkomen. Gebruik glaswol of
polyethyleen schuim met een dikte van 25 mm.
▪
Filter. Monteer een luchtfilter in het luchtkanaal aan de aanzuigzijde. Gebruik
een luchtfilter met een afscheidingsgraad van ≥50% (gravimetrische methode).
Het bijgeleverde filter wordt niet gebruikt wanneer het inlaatkanaal is
gemonteerd.
73]).
Aantal schroeven volgens klasse
40~50
22
b
c
b
f
e
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16
Installatie van de unit
|
"20.1 Lokale
63
26
a
d
55