7.9 Opslagfunctie met identificatieteken
Aan de pretarra- en weegfuncties met tolerantie als ook aan het referentiegewicht
kan de identificatieteken binnen het bereik 00-99 worden toegeschreven.
Het is uitsluitend mogelijk bij de niet voor de ijking geschikte instelling!
In de configuratiemenu (zie hoofdstuk . 12.5) in de menupunt F3 APP gekozen
instelling "off".
7.9.1 De identificatieteken aan de "Pre-Tara" functie toeschrijven:
Met de numerieke toetsen de pretarra - waarde invoeren en met de toets
bevestigen.
De toets
verschijnt.
Met de numerieke toetsen de identificatieteken (00-99) invoeren en met de toets
bevestigen.
7.9.2 De identificatieteken aan het bepaalde referentiegewicht toeschrijven
Met de numerieke toetsen het referentiegewicht invoeren en met de toets
bevestigen.
De toets
verschijnt.
Met de numerieke toetsen de identificatieteken (00-99) invoeren en met de
toets
bevestigen.
Opgeslagen referentiegewicht opvragen:
• De toets
numerieke toetsen opgeslagen identificatieteken invoeren en met de toets
bevestigen. Het opgeslagen referentiegewicht verschijnt.
Opgeslagen identificatieteken opvragen:
• De toets
numerieke toetsen gewenste identificatieteken invoeren en met de toets
bevestigen. De bepaalde functie of het referentiegewicht wordt opgevraagd.
41
drukken en zo lang gedrukt houden totdat de aanduiding "00"
drukken en zo lang gedrukt houden totdat de aanduiding "00"
zo lang drukken tot de aanduiding "00 verschijnt". Met de
zo lang drukken tot de aanduiding "00 verschijnt". Met de
KFS-TM-BA_IA-nl-1613