Meetwaterbord EASYPRO
8 Installatie
8.1 Installatielocatie van het EASYPRO meetwaterbord
Dit hoofdstuk leidt u stap voor stap door de installatie Houd bij het kiezen
van de installatieplaats rekening met de volgende criteria:
Het montageoppervlak is vlak.
n
De montagehoogte is zo gekozen dat het display van de regelaar zich
n
op ooghoogte van de bediener bevindt.
Houd naast/boven het apparaat ruimte vrij om kabels te leggen. U
n
moet de kabels zonder knikken en beschadigingen kunnen leggen.
Het meetwater moet een zo kort mogelijke afstand afleggen van het
n
aftappunt tot het meetwaterbord om meetwaterafwijkingen te voor-
komen.
Verschillende kabels (bijvoorbeeld voedingskabels, gegevenskabels
n
en gevoelige kabels voor meetdoeleinden) moet altijd afzonderlijk
worden gelegd. De verschillende kabels mogen elkaar daarbij alleen
in een hoek van 90° kruisen om verkeerde metingen te voorkomen.
Direct zonlicht of warmtestraling moeten worden vermeden.
n
8.2 Wandmontage
Benodigde bedrijfsmiddelen:
Bevestiging set
@
Steenboor 10 mm
@
(2x) Moersleutel SW13
@
De positie van de bevestigingspunten is terug te vinden in de maatschets
(hoofdstuk 7 „Afmetingen" op pagina 19. Alle zes de boorgaten moe-
ten worden gebruikt. De wandplaat wordt op de bevestigingsbouten tus-
sen twee moeren met sluitringen gespannen. Oneffenheden in de muur
moeten worden gecompenseerd door de moeren te verstellen tot de
wandplaat vlak wordt gehouden en er geen spanning op staat.
Afb. 16: wandbevestiging
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220913
8.3 Hydraulisch systeem installeren
In dit hoofdstuk wordt u stap voor stap door de installatie van de slang-
verbindingen voor het meetwaterbord geleid.
Verkeerde meetresultaten door hydraulisch systeem
Als de hydraulische leidingen verkeerd zijn geïnstalleerd, kunnen de
meetresultaten onjuist zijn. Daardoor kan het voorkomen dat de aange-
sloten installaties of regelstations onjuist worden gestuurd.
ð
Neem alle voorschriften uit de handleiding voor het installeren van
het meetwaterbord en aangesloten producten in acht.
ð
Gebruik alleen slangverbindingen van polyetheen (PE) met een dia-
meter van zes of acht millimeter.
ð
Voorkom dat het meetwater op weg naar het meetwaterbord ver-
keerd wordt gemeten door het meetwater dertig centimeter boven
de bodem van de bak of in het midden van een waterleiding af te
tappen. Het afgetapte meetwater moet het meetwaterbord binnen
korte tijd bereiken en daarbij een druk van minimaal 0,2 bar hebben.
ð
Als het afgetapte of toegevoerde meetwater niet aan deze eisen
voldoet, moet een externe meetwaterpomp vóór het meetwater-
bord worden geïnstalleerd.
ð
Als u verwacht dat er grove vuildeeltjes (bijvoorbeeld bladeren of
grove zwevende deeltjes) in het meetwater komen, moet u een ex-
tern voorfilter gebruiken. U beschermt het meetwaterbord zo tegen
verstoppingen.
Handelingsacties:
ü
De wandmontage en de installatie van het elektrisch systeem zijn af-
gerond.
Voer de volgende stappen uit:
1. Verbind de plaats waar het water kan worden afgetapt met de toe-
voerkraan (Afb. 1 „Meetwaterbord EASYPRO 4" op pagina 8, Pos.
5) door de slang op de toevoerkraan aan te sluiten.
2. Verbind de retourslang met de afvoerslang (Afb. 1 „Meetwaterbord
EASYPRO 4" op pagina 8, Pos. 12) door de slang op de afvoer-
kraan aan te sluiten.
Het hydraulische systeem van het meetwaterbord is geïnstal-
ü
leerd.
8.4 Installatie meerkanaalsregelaar TOPAX
Zorg ervoor dat de installatieplaats aan de volgende voorwaarden vol-
doet:
Het display moet goed bereikbaar en zichtbaar zijn.
n
Houd onder het apparaat minstens 20 cm ruimte vrij om kabels te leg-
n
gen. U moet de kabels zonder knikken en beschadigingen kunnen
leggen.
Elektrische, magnetische en elektromagnetische velden beïnvloeden
n
de signaaloverdracht en kunnen elektrische apparaten verstoren.
De toegestane omgevingstemperaturen moeten worden aangehou-
n
den (zie hoofdstuk 6 „Technische gegevens" op pagina 14).
BA-42820-05-V06
Bedieningsvoorschrift
AANWIJZING
MC
®
Installatie
21