AF Tracking
U kunt het gewenste onderwerp selecteren om op scherp te stellen, en
vervolgens de opname maken (p. 94).
Centrum
Het AF-kader staat altijd in het midden. Dit is handig wanneer u wilt
scherpstellen op een bepaald punt.
U kunt het AF-kader kleiner maken
Druk op de knop n en selecteer [AF kader afm.] op het tabblad 4.
•
Selecteer vervolgens [Klein].
•
Het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de digitale zoom (p. 53)
of de Digitale Tele-converter (p. 91) gebruikt.
Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half
indrukt, wordt het AF-kader geel en verschijnt
De compositie van de opname wijzigen met de
focusvergrendeling
De scherpstelling en belichting worden vergrendeld wanneer u de
ontspanknop half ingedrukt houdt. U kunt nu de compositie wijzigen en de
opname maken. Dit wordt focusvergrendeling genoemd.
De modus AF Frame wijzigen
Stel scherp.
Zorg dat het gewenste object is
gecentreerd en scherpgesteld, en druk de
ontspanknop half in.
Controleer of het AF-kader op het
onderwerp groen is.
Maak een nieuwe compositie.
Druk de ontspanknop half in en beweeg de
camera om een nieuwe compositie te
maken voor de opname.
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in.
.
93