De rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Als de camerabeweging te groot is, plaatst u de camera op een statief. Stel
de IS-modus ook in op [Uit] als u opnamen maakt met de camera op een
statief.
De functie Powered IS uitschakelen
Powered IS vermindert kleine camerabewegingen bij het opnemen van films
met maximale telelens. Als u echter lopend een bewegend onderwerp filmt,
of als de camera heftig beweegt, kunt u onverwachte resultaten krijgen. Stel
in dergelijke gevallen Powered IS in op [Uit].
Als [IS modus] op [Uit] is ingesteld, zijn de instellingen van [Powered IS]
uitgeschakeld.
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen
Selecteer [IS-instellingen] en druk op de
knop m.
Druk op de knoppen op om [IS modus]
te selecteren en druk vervolgens op de
knoppen qr om een optie te selecteren.
Hiermee wordt automatisch de
optimale beeldstabilisatie
Continu
ingesteld voor de opname
(Intelligent IS) (p. 185).
Beeldstabilisatie is alleen actief
Opname*
op het moment van de opname.
Beeldstabilisatie wordt
Uit
uitgeschakeld.
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] als u films
opneemt.
Selecteer [IS-instellingen] en druk op de
knop m.
Druk op de knoppen op om [Powered IS]
te selecteren en druk vervolgens op de
knoppen qr om [Uit] te selecteren.
167