Problemen oplossen
Het beeld is wazig.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (p. 26).
•
Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 198).
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 165).
•
Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro, enzovoort), niet zijn ingesteld.
•
Maak opnamen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (pp. 93, 96).
Ook als u de ontspanknop half indrukt, verschijnt het AF-kader niet en stelt
de camera niet scherp.
•
Als u richt op contrasterende lichte en donkere gebieden van het onderwerp en de
ontspanknop half indrukt, of als u de ontspanknop meerdere malen half indrukt,
verschijnt het AF-kader en stelt de camera scherp.
Het onderwerp is te donker.
Stel de flitser in op h (p. 83).
•
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 83).
•
Pas het beeld aan met i-Contrast (pp. 86, 139).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling om opnamen te maken (pp. 98, 99).
Het onderwerp is te licht (overbelicht).
Stel de flitser in op ! (p. 52).
•
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 83).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling om opnamen te maken (pp. 98, 99).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
Het beeld is donker hoewel de flitser is gebruikt (p. 29).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 83).
•
Verhoog de ISO-waarde (p. 85).
De opname die is gemaakt met de flitser, is te licht (overbelicht).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 83).
Stel de flitser in op ! (p. 52).
•
Er verschijnen witte stippen in het beeld als ik een opname maak met
de flitser.
•
Het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stofdeeltjes of andere voorwerpen in
de lucht.
Het beeld is onzuiver of korrelig.
•
Maak opnamen met een lagere ISO-waarde (p. 85).
•
Afhankelijk van de opnamemodus kan het beeld onzuiver of korrelig lijken als
u opnamen maakt met een hoge ISO-waarde (p. 64).
Ogen worden rood weergegeven (p. 101).
•
Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (p. 165). Als u opnamen maakt met de flitser, gaat de lamp
branden (p. 40) en gedurende ongeveer 1 seconde, terwijl de camera rode ogen
tegengaat, is het niet mogelijk opnamen te maken. Deze functie is doeltreffender als het
onderwerp direct naar de lamp kijkt. U krijgt nog betere resultaten als u de verlichting
binnenshuis verbetert of dichter bij het onderwerp gaat staan.
•
Corrigeer beelden met rode-ogencorrectie (p. 140).
178