Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitmondingen; Installatie-Eisen; Eisen Afvoer En Uitmondingen; Gasaansluiting - Faber Respect OC Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie handleiding
 
Stook daarom de haard niet kort na een 
verbouwing. 
 
3
Installatie eisen
3.1
Haard
 
Dit toestel kan worden ingebouwd in een 
bestaande of nieuw te bouwen boezem. 
Bij toestellen met flexibele gasleidingen 
zit het gasregelblok voor transportreden 
aan de rechterzijde van de haard 
gemonteerd. het gasregelblok met de 
ontvanger en de I.T.C. moeten direct 
achter een service deur geplaatst worden. 
(zie fig.1.7 )  
 
3.2
Boezem
 
De boezem moet van onbrandbaar 
materiaal zijn opgebouwd. 
De ruimte boven de haard dient altijd 
geventileerd te worden m.b.v. de roosters 
of een vergelijkbaar alternatief met een 
minimale vrije doorlaat van 200cm² per 
rooster. 
De boezemconstructie mag niet rusten op 
het inbouwframe van de haard. 
 
3.3
Eisen afvoer en uitmondingen
 
Voor de aan voer van de 
verbrandingslucht en de afvoer van de 
verbrandingsgassen moet u altijd gebruik 
maken van de door Faber voorgeschreven 
afvoermaterialen.  
 Let op :  
Alleen met gebruik van deze materialen 
kan door Faber een veilige en goede 
werking van het toestel worden 
gegarandeerd. 
De buitenkant van het concentrische 
afvoermateriaal kan +/‐ 150°C worden. 
Zorg bij doorvoer door brandbare wand of 
plafond constructies voor isolatie en 
bescherming. En neem voldoende afstand 
in acht. 
Zorg ervoor dat bij grote afvoerlengtes het 
concentrische afvoermateriaal elke  meter 
gebeugeld wordt, zodat het gewicht van 
de materiaal niet op de haard  komt te 
rusten. 
Het is niet toegestaan om direct op het 
toestel met een inkortbaar concentrisch 
afvoermateriaal te beginnen. 
De luchttoevoer kan dan mogelijk worden 
afgesloten  
6 <
<
<
<
  
 
 
3.4

Uitmondingen

 
De gecombineerde aan‐ en afvoer kan zowel door 
de gevel door het dak of door een bestaande 
schoorsteen uitmonden. 
 Let op: 
Controleer of de door u gewenste 
uitmondingpositie voldoet aan de lokale 
voorschriften aangaande hinder en 
ventilatieopeningen. 
Voor de goede werking mag de aanvoer van lucht 
en afvoer van verbrandingsgassen niet gehinderd 
worden. in hoofdstuk 15 worden de minimale 
afstanden aangegeven . 
3.4.1
C
, uitmonding via de gevel. 
11
Door een gevel of wand uitmonden maakt  U 
gebruik van een gevel‐uitlaat . (zie fig.3.1 C
Afhankelijk van de afvoer berekening kan deze in 
een diameter van 130/200mm of 100/150mm 
zijn. 
3.4.2
C
, uitmonding via dak. 
31
Door een (vlak)dak uitmonden, maakt U gebruik 
van een dak‐uitlaat met een diameter van 
100/150mm (zie fig.3.1 C
31
3.4.3
C
, Bestaande schoorsteen 
91
Op een bestaand schoorsteen uitmonden, maakt U 
gebruik van een schoorsteen uitlaat met een 
diameter van 100/150mm (zie fig.3.1 C
 
De bestaande schoorsteen functioneert  als 
luchttoevoer en een door de schoorsteen 
getrokken flexibele RVS buis voert de rookgassen 
af. De bovenzijde en de onderzijde dient lucht 
dicht afgesloten te worden. 
Afhankelijk van de berekende afvoerdiameter 
moet er een flexibele RVS buis van Ø 100mm of  Ø 
130mm met een  CE keurmerk tot 600° gebruiken 
 Let op: 
De minimale schoorsteendiameter moet voor een 
flexibele RVS 130mm,  200x 200mm zijn. En voor 
een flexibele RVS 100mm, 150x150mm zijn. 
 
Voor meer informatie over de aansluitingen op 
bestaande schoorsteenkanalen,  
zie de handleiding  "schoorsteenaansluitset" 
 
4
Voorbereiding en installatie
instructie
4.1

Gasaansluiting

 
De gasaansluiting moet voldoen aan de lokaal 
geldende Normen. 
11
)  
). 
91

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave