De batterij opladen
1. Sluit een compatibele lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op het apparaat. Als de batterij
helemaal leeg is, kan het even duren voordat de
indicator wordt weergegeven.
3. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, maakt u
eerst de lader los van het apparaat en vervolgens
haalt u de lader uit het stopcontact.
De batterij is al opgeladen in de fabriek, maar het
laadniveau kan variëren. Om de volledige gebruiksduur
te kunnen halen, laad u de batterij volledig op. U kunt
dit aflezen aan de indicator voor het batterijniveau.
Tip: U kunt oudere Nokia-laders bij dit apparaat
gebruiken door de CA-44-adapter aan te sluiten
op de oude lader. De adapter is leverbaar als
apart toebehoren.
18
De geheugenkaart
plaatsen
Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het
apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een
back-up maken van de gegevens op het apparaat.
Het is mogelijk dat bij uw apparaat geen
geheugenkaart wordt geleverd. Geheugenkaarten zijn
verkrijgbaar als afzonderlijke accessoires.
1. Open de cover voor de geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de
contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de
contactpunten naar de aansluitpunten van het
apparaat zijn gericht.
3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is
geplaatst.
4. Sluit de cover.